Home » Artikel

Interview Sywert van Lienden

Sywert van Lienden verwierf nationale bekendheid als voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) tijdens het scholierenprotest tegen de 1040 urennorm. Een half jaar geleden introduceerde hij de G500, een jongerenbeweging die flinke invloed heeft gehad op nieuwe partijprogramma’s. “Het belangrijkste in de politiek is vormvrij denken.”

Door Jessica Nooij en Marjolijn Voogel

Op je website omschrijf je jezelf als een idealist without illusions. Wat is dat?
“Ik ben wel een echte idealist, iemand die denkt dat de wereld een beetje fraaier kan worden. Maar ik probeer dat ook actief te doen.”
 “Aan twee soorten mensen heb ik een hekel: aan cynici, de inactieven, die alleen maar lopen te zaniken, en aan mensen die niet verder komen dan hun droom. Ik geloof heel erg dat deze wereld door mensen wordt gemaakt en een droom leidt tot niets als je die niet samen met mensen oppakt en verpakt tot iets wat je kunt doen. Elke dag proberen een stukje van het pad te bewandelen en samen met anderen een reis te maken om de wereld een beetje fraaier te maken.”

Hoe ben je actief geworden bij LAKS?
“Ik voelde me niet zo thuis op de Veluwe waar we woonden en wilde mijn vwo graag afmaken in het buitenland. Daar was een beursprogramma voor. Op een gegeven moment waren er tweeëntwintig mensen gekozen en plots werden het er eenentwintig. En ik was de tweeëntwintigste, pech dus. Toen dacht ik: dan moet ik wat anders verzinnen, want mentaal was ik al weg. Je moet op zo’n moment niet weglopen voor je frustratie, maar zelf proberen de omstandigheden beter te maken. Toen ben ik in Amsterdam bij het LAKS aan de slag gegaan. Dat heb ik twee jaar lang heel intensief gedaan, ik woonde er ook en heb uiteindelijk staatsexamen gedaan.”

En toen ben je door het virus bevangen?
“Nee, ik denk niet dat het een virus is, het is iets wat van binnenuit komt. Ik heb er ook niet heel veel moeite voor hoeven doen. Op een gegeven moment heb je de juiste mensen om je heen en de juiste structuren en dan kun je er iets moois van maken.”
 “Ik loop al sinds m’n vijftiende, zestiende rond op het Binnenhof en inderdaad, sommigen zijn daar echt bevangen door het spel. Je hebt in Den Haag twee soorten mensen: zij die gaan voor het politieke spel en zij die gaan voor de inhoud. Degenen die houden van de trucjes, de poppetjes en de bewegingen op korte termijn, daar voel ik me niet zo bij thuis. Ik vind de inhoud veel interessanter, maar het heeft wel voordelen als je houdt van het Haagse knikkerspel, want dan hou je het langer vol daar. Dat merk je bij politici en journalisten. Mensen die op de inhoud zijn gericht, zie je vaak wat meer aan de zijkant en dat vind ik voor mezelf ook de meest prettige positie.”

Het G500-programma is niet revolutionair, maar wel de vorm van de organisatie…
“Wij zien het als een soort race tegen de klok om bepaalde waarden en ideeën te kunnen bereiken. En dat moet je binnen de bestaande structuren voor elkaar zien te spelen. Kijk, het is niet zo dat ik uit pure liefde lid ben geworden van die politieke partijen. En ik denk velen met mij niet. Maar ik zie het als kracht dat je connectie durft te maken. Ik bedoel: heel gratuit, weer een splinterpartij bedenken of weer een denktankje… dan verander je niet zoveel. Onze agenda is inderdaad niet revolutionair, het zijn zaken die de afgelopen 20 jaar niet zijn opgepakt. Het ontbreekt niet aan denkkracht, het ontbreekt aan politieke 'doekracht', en dát is wat wij willen doorbreken. Maar hoe kun je met 1.000 jongeren 50.000 partijleden trachten te overreden? Niet door ze te imiteren. Maar wel door om ze heen te dansen, als en soort meipaal. In de vorm zit je verhaal.”

Hoe zijn jullie door de politiek ontvangen?
“In eerste instantie trachtten ze ons dood te zwijgen. De tweede fase was die van de repressieve tolerantie, dus dicht op de borst, zo mochten we bij alle partijleiders op de koffie komen… De derde manier is denk ik uitputten. Ze denken dat zij de tijd aan hun zijde hebben. Maar wij zijn sneller en vernieuwender en hechten niet aan ons middel, de G500. Hierdoor hebben wij denk ik letterlijk de tijd aan onze zijde. Het slimste wat ze volgens mij kunnen doen is het rekruteren van de toptalenten uit die 1100 gepassioneerde politiek actieve jongeren. Ik begrijp ook niet zoveel van de vijandigheid die we hebben ontmoet.”

Wat was de kritiek?
“Divers. Diederik Samsom die z’n vinger op m’n borst zette en bulderde: jouw agenda is de mijne niet! Bij het CDA probeerden ze in het begin alle mensen die lid waren geworden te achterhalen. Inmiddels zien ze wel het nut van ons in en gaan ze minder onze gangen na. Een heel wantrouwige start eigenlijk. Alleen Rutte vond het wel oke.”

Wat vooral bijblijft, is dat jullie de regels van het politieke spel hebben gewijzigd, en niet de inhoud...
“Het is heel moeilijk om te laten zien hoe partijen door toedoen van de G500 veranderd zijn. De media zijn daar niet of nauwelijks in geïnteresseerd. Maar het is wel gebeurd. Bij de VVD bijvoorbeeld, hebben we het hele pensioenstandpunt overhoop gemieterd. Ook het CDA heeft haar standpunten gewijzigd, over bijvoorbeeld duurzaamheid en onderwijs. Er is daar sprake van een heel brede verandering. Bij de PvdA is het minder goed gelukt.”

Waarom is het daar niet gelukt?
“Er zit iets in die partij wat negatief is. Daardoor is connectie heel moeilijk. Wij namen bijvoorbeeld oranje rozen mee op een congres, met een kaartje eraan waarop stond: fijne dag gewenst, we hopen vandaag samen aan een mooie agenda te bouwen. Binnen tien minuten werden we vier keer voor fascist uitgemaakt en mensen knakten onze rozen.”

De PvdA is intern verdeelder dan de andere partijen?
“De afgelopen jaren heb ik geleerd dat je de politiek als antropoloog moet bekijken: het zijn allemaal groepen en tussen die groepen is een soort van stammenstrijd gaande. En ze hebben allemaal tribale kenmerken, je kunt ze herkennen aan de kleding, aan het taalgebruik. Daar zijn we inmiddels ook in getraind: welke kleding doe je aan, met welke woorden spreek je. Groepsgedrag leidt ertoe dat je je afzet tegen andere groepen, dat doen vooral CDA en VVD. Misschien dat de PvdA een minder uitgesproken profiel heeft.…”
 “Maar ook bij het CDA moet je nog steeds geen gereformeerde en een katholiek in één hotel zetten, dan krijg je geheid ruzie... Tijdens het tweedaags CDA-congres bijvoorbeeld, viel er om vier uur ’s nachts een kandidaat van de lijst. Men kwam er vervolgens niet uit of het een katholiek of een gereformeerde moest worden die de plaats mocht innemen. Daardoor kwamen ze niet toe aan de behandeling van de 35 moties die er lagen. De volgende ochtend zeiden ze: helaas, we kunnen nog maar acht moties behandelen. Dus de rest is maar aangenomen, nou, en van ons waren dat er 20. De inhoud werd gewoon doorgeschoven!”

Hoe zie je de toekomst voor de G500?
“We begonnen op het moment dat er geen verkiezingen in het vooruitzicht waren. Tijdens de verkiezingsavond bestonden we nog maar vijf maanden, we hadden 40 evenementen en 6 congressen achter de rug en 100.000 stemmen met de stembreker opgehaald. En dat is best wel heftig, je kunt dan als organisatie niet rustig verder groeien. Dat kan pas nu gebeuren. Je weet dat er het eerste half jaar niet veel zal veranderen, dus daar hoort wellicht een heel ander model bij. We zijn dat nu intern aan het onderzoeken. De G500 is ook niet gebouwd voor de eeuwigheid.”

Studeer je eigenlijk nog?
“Ja, ik studeer Europese studies, Rechten en Politicologie.”

Waarom Politicologie?
“Nou ja, ik was politiek actief, dus dat lag voor de hand. Maar ik heb spijt. Er gaapt echt een kloof tussen politiek en Politicologie. Wat ik ’s morgens krijg aangeboden, dat zie ik ’s middags, maar dan tegenovergesteld. De studie heeft te weinig met de realiteit te maken en is bovendien ook te weinig vakoverstijgend. De biologische en de psychologische kant vind ik onderontwikkeld. Zo hoorde ik vorige week van een onderzoek waaruit blijkt dat politieke voorkeur al in je genen zit. Maar in de praktijk is politiek mensenwerk. Daarom vind ik het interessant.”
 “Het belangrijkste wat je moet kunnen doen in de politiek, is vormvrij denken. GroenLinks bijvoorbeeld denkt nog heel erg in een vaste partij-vorm. Maar in the end zitten ze daar om groene politiek mogelijk te maken. Dát is de kern van hun bestaan. En daarom is het onbegrijpelijk dat ze nu niet zeggen: we gaan vier jaar fuseren met de PvdA, we worden een sublabel, we maken ze de grootste, met Samsom als groene premier. We dwingen daarvoor een groen regeerakkoord af en zo maken we onze zetels zo effectief mogelijk. Zo zouden ze veel meer kunnen bereiken. Met maar weer partijtje spelen bereik je niet zoveel.”
 “Ik denk dat er veel mensen zijn die zich ergeren aan de manier waarop politiek wordt bedreven in Den Haag en die naar wegen om de politiek heen zoeken. De belangrijkste innovatieve ontwikkelingen bevinden zich binnen diverse maatschappelijke bewegingen, zoals de voedselbeweging en de zonnepaneelbeweging. Allemaal buiten de politiek om.”

Wie inspireert jou?
“Iemand die ik bewonder is Rinnooy Kan. Hij stelt zich binnen verschillende domeinen, het bedrijfsleven en de wetenschap, kwetsbaar en onafhankelijk op, bijt op z’n tong voordat ie iets zegt. En nu is hij gewoon weer hoogleraar, omdat hij dat interessant vindt. De eerste of tweede machtigste man van Nederland! Ze zijn er wel, zij die het zuiver houden.”

Wat is jouw belangrijkste overwinning?
“Zelfstandig zijn. Vrij zijn.”
Sywert van Lienden (22) verwierf nationale bekendheid als voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) tijdens het scholierenprotest tegen de 1040 urennorm. Een half jaar geleden introduceerde hij de G500, een jongerenbeweging die flinke invloed heeft gehad op nieuwe partijprogramma’s. “Het belangrijkste in de politiek is vormvrij denken.”

En wat betekent dat voor je?
“Compleet financieel onafhankelijk, gezond kunnen leven. Met lieve vrienden en mensen om me heen. Dat ik elke avond in bed kan stappen en niemand iets verschuldigd ben, niemand. Alleen mezelf.”
 “Mijn grootste politieke overwinning is dat we als scholieren een parlementair onderzoek voor elkaar hebben gekregen. Dat wij, terwijl we niet eens stemrecht hadden, politici ertoe konden verleiden met een schoonmaak te beginnen. ‘t Is toch bijzonder dat je niet kunt stemmen maar wél wetten kunt wijzigen.”