Leven in Vrijstad Christiania
Hoe vrij leven de mensen in de Deense Vrijstad Christinia? Is er daadwerkelijk geen armoede? En zijn alle mensen wel zo gelijk als de enclave ons buitenstaanders wil doen geloven? Sociologie Magazine-redacteur Vicky Pettens verblijft er tien dagen en maakt een balans op.
'De enige echte centen die binnenkomen, zijn afkomstig van de toeristen.'
Wat is armoede? Veel definities, veel variaties, veel nuances. De kern komt dikwijls neer op het niet hebben van voldoende middelen, een inkomen, een eigen plek om te wonen, bezit. Maar wat als er een plek zou bestaan waar alles collectief is? Waar je kunt wonen, maar zonder huur te betalen? Waar je kunt gaan werken, maar waar dat eigenlijk ook niet echt hoeft? Het klinkt als een antikapitalistisch sprookje. Voeg daar nog het ontbreken van een overheid of zelfs een burgemeester aan toe, en je krijgt een soort anarchistisch wereldbeeld… of niet?
Er is een kleine plek waar zoiets zou kunnen. Die heet Vrijstad Christiania en is een enclave in de Deense hoofdstad Kopenhagen. Oorspronkelijk werd de verlaten militaire kazerne en het omliggende groen ingepalmd door hippies. Na wat ontruimingspogingen heeft de overheid in 1970 het gebied 'losgelaten' en toegestaan dat er zich een echte vrijstad ontwikkelde, los van de overheid. Het is niet groot, amper 0,34 vierkante kilometer, maar langgerekt en met misschien evenveel water. Er woont een duizendtal mensen. Er zijn geen wetten, formele regels, politie, politiek, belastingen. Ook nergens auto’s, overal fietsen. Het staat te boek als een uniek 'sociaal experiment'.
Het gebied is echter tot op vandaag nog altijd het bezit van het Deense Ministerie van Defensie. Vrijstad Christiania deed in 2009 een poging om het zich formeel toe te eigenen, omdat het al langer dan twintig jaar in gebruik was. De rechtbank werkte echter niet mee.
Als reizende socioloog kan ik het niet laten, wanneer ik de kans krijg om er even te logeren en met een aantal mensen te spreken die er van in den beginne bij zijn geweest, die er zijn geboren en die er recent zijn komen wonen. Elk heeft zijn of haar eigen verhaal om daar te leven, maar wat me vooral boeit is de vergelijking met ons maatschappelijk systeem. Wat hierna volgt is dus geen diepgaand kwalitatief onderzoek, maar een weerslag van mijn gesprekken, aangevuld met mijn persoonlijke reflecties en observaties, beperkt en subjectief.
Dit artikel door Vicky Pettens verscheen eerder in Sociologie Magazine, 2019, jaargang 4. Niets missen in de sociale wetenschappen? Word abonnee van Sociologie Magazine!
Twee 'zones'
Christiania bestaat eigenlijk uit twee 'zones'. Er is het centrum waar de bestaande bebouwing werd gekraakt en aangepast. Het is er heel rommelig, met veel graffiti, maar best gezellig. Daar vind je ook de kroegen en restaurantjes. Die laatste serveren uitsluitend quasi vegetarisch, veganistisch, ecologisch en dies meer. Alles self made. En heel lekker ook. De tegenstelling met het wereldvermaarde super fancy sterrenrestaurant Noma, dat nét buiten Christiania ligt, vind ik frappant. En in het centrum ligt ook het al evenzeer wereldbefaamde pusher street waar je vrij softdrugs kunt kopen.
De groene rand heeft een totaal andere vibe, daar zie je constructies die de bewoners zelf gebricoleerd hebben: huisjes, een boerderijtje of een omgebouwde caravan. Hier zit een spanningsveld met de Deense overheid, omdat sommige van die constructies gebouwd zijn op het beschermde wal- en vestigingsgebied en de overheid hier liever een historisch herstel zou zien. De Vrijstad is voor iedereen vrij toegankelijk via een paar toegangspoorten. Je ziet er zowel nieuwsgierige toeristen als omwonende Denen.
Mijn gastheer is Andy, hij is 68 jaar oud en is er tien jaar geleden komen wonen. Zijn huisje is welgeteld acht vierkante meter groot. Sommige tuinhuizen lijken me ruimer. Aan de ene kant een mini-keuken, aan de andere kant wat bureauruimte inclusief computermateriaal, in het midden een houtstoofje met twee stoelen. En in een soort aangebouwde mezzanine van matrasgrootte bevindt zich de slaapplaats. That’s it. Een toilet of badkamer ontbreekt, een (kleren)kast staat er niet. Maar het huisje is prachtig gelegen langs de oude stadsvestingen, midden in het groen en met zicht op een waterpartij. Openbare verlichting is er niet, maar het is juni en de dagen bieden late klaarte.
Community-gevoel
Ik verblijf wat verderop. Hier heb je echt het community-gevoel van Christiania. Twee rijen aaneengeschakelde bescheiden huisjes, één gemeenschappelijke keuken met een lange eettafel. En een open grasveldje waar de kinderen kunnen joelen en iedereen wat kan rondhangen. Een badkamer is er niet, een geïmproviseerd toilet is in een afzonderlijk gebouwtje voorzien, net buiten de rij huisjes. Een wasbeurt doe je dus aan een lavabootje met koud water. Om mijn haar te wassen, haal ik toch wat warm water in de keuken en beredder me prima met een plastiek teiltje temidden van wat ik de tuin kan noemen. Ik zie mezelf als een uitgesproken stadsmens en verwonder me over hoe snel en grondig ik gewoon geraak aan de rust. Het effect van het totaal ontbreken van auto’s bijvoorbeeld merk ik met enige ontzetting pas wanneer ik me dagen later in Kopenhagen beweeg.
Ik zit met een aantal vragen, zoals: hoe kun je daar gaan wonen? Andy legt uit dat als er iemand vertrekt, verhuist of sterft, de vacante woning bekend wordt gemaakt in het krantje van Christiania. Wie de vrije plaats wil betrekken moet zich bekend maken en zijn of haar verhaal brengen voor één van de vele comités, die dan kiest wie er finaal mag gaan wonen. Tot een aantal jaren geleden hoefde er ook aan helemaal niemand huur te worden betaald. Maar een mislukte poging van de overheid om het gebied terug te eisen, heeft als resultaat gehad dat er nu toch aan de Deense staat een soort huur verschuldigd is. Andy betaalt 300 euro. “All in”, voegt hij eraan toe. Ik vind het grappig, want zoveel lijkt me die all niet. Maar hij doelt natuurlijk op het feit dat er geen verdere taksen, energiekosten en dergelijke verschuldigd zijn.
Democratisch beslissen
Het systeem van de vele thematische comités is hun format van democratisch beslissen. Andy licht het systeem toe: je kiest zelf naar welke vergaderingen je gaat. Er zijn er verschillende: voor huisvesting, economie, groenomgeving, enz. Iedereen doet zijn betoog en de aanwezige groep beslist. Wie veel tijd heeft, kan naar alle comités gaan en beschikt zo over veel informatie waardoor het soms gemakkelijker is om een betoog te onderbouwen. Sommige mensen gaan nooit naar een comité. Sommige mensen zijn heel mondig en halen dikwijls hun gelijk. Het doet me toch spontaan denken aan de vergadercultuur in overheidskringen, maar het klinkt wel als democratie pur sang.
Er is geen school in Christiania, de kinderen moeten dus de 'echte stad' in. Kinderopvang en een bibliotheek zijn er wel. Er wordt ook een lokale postronde georganiseerd. Op woensdag komt er een dokter. Als het echt ernstig is, moet je echter naar een ziekenhuis in Kopenhagen gaan.
In principe wordt er in Christiania geen geld gebruikt. Je doet hier en daar wat werk en dat geeft je een rol in de community. Elke inwoner doet wat hij of zij kan. De enige echte centen die binnenkomen, zijn afkomstig van de toeristen. Zij komen ondertussen in groten getale, nieuwsgierig, soms wat angstig, altijd voyeuristisch. Het is vooral het centrum (of wat de bewoners downtown noemen) dat populair is.
Pusher street
In downtown vind je dus Pusher street. Hier is het kopen van softdrugs legaal, maar de handel fotograferen is toch niet toegelaten. In het overigens gezellige straatje staan twee rijen tafeltjes, waar er out in the open pákken wiet liggen, elk met zijn eigen verkoper. Het doet wat vreemd aan, maar doet ook denken aan de hele hippie movement. De meningen over de handel zijn, bij de mensen die ik spreek, verdeeld: de oudere generatie wil de verkopers weg hebben, het dealen en de hele handel vinden ze niet koosjer meer. Andere bewoners tolereren de pushers dan weer wel. Hun kinderen of zijzelf hebben er werk door en de pushers doneren aan de community geregeld wat, zoals het heraanleggen van een straat of zo…
De bazen van de dealers wonen ook in Christiania maar hun appartementen die ze bovenop de oude militaire barakken gebouwd hebben, staan in schril contrast met het gros van de bescheiden optrekjes. Het gaat over grote, modern aandoende bijbouwsels met ruime raampartijen en dito balkon. Dat laatste is best handig om meteen ook een controlerend overzicht te hebben over de buurt, een arendsnest bijna. Christiania is ontstaan vanuit het idee van een klasseloze samenleving, zonder enige vorm van sociale stratificatie, maar deze pushers hebben iets van de koningen van weleer, letterlijk hoog en machtig, kruimels delend met de rest van de community. Het komt me wat pervers over.
Ik ga er ’s morgens, in een bar die Woodstock heet, ontbijten. Lekker artisanaal gebakken brood met wat kaas. Ik zet me buiten en bekijk het ochtendgebeuren in pusher street. Een paar dealers zijn al paraat, een enkeling komt kopen. Ik ben wat gechoqueerd door de ronddolende, uitgemergelde figuren met verdwaasde blik. Soms nog ladderzat ook. Ik kan het niet helpen maar het doet me spontaan denken aan scènes uit de serie The walking dead. De flower power en geestverruimende argumenten lijken ingehaald door een onthutsende realiteit, alhoewel het hier voor alle duidelijkheid maar gaat om een handjevol mensen.
Ruimtelijke ordening
De ziel van Christiania vind ik terug in wat ik smalend de suburbs noem. En zo doet het echt wel aan! Downtown staan de huizen dichter op mekaar, zijn er economische activiteiten, vind je drugs, in tegenstelling tot de buitenwijken in een weelderig groene omgeving, waar er echt mooie huizen getimmerd werden, waar de gezinnen wonen en de kinderen zorgeloos buiten ravotten. Christiania lijkt daarbij niet veel te verschillen van de ruimtelijke ordening van een doorsnee Vlaamse gemeente.
Hoe dan ook, Christiania lijkt met haar community-gevoel en haar organisatie van directe democratie te kunnen overleven. Het is een systeem van weinig (eigen) middelen en van solidariteit. Het tempo is er easy going en er is veel gemeenschappelijkheid. Alhoewel… de vrees van de anciens is dat de jongere bewoners individueler worden, dat de overheid privébezit van huizen zal willen installeren om de jonge mensen alsnog te kunnen verleiden de grond te verkopen en projectontwikkelaars een kans te geven. Zo schurkt het kapitalisme aan de deur van het anarchisme… maar blijft het voorlopig nog even buiten. Want het is zo ver nog niet. Christiania ondervindt de legendarische tolerantie van de Denen die in Christiania komen joggen, picknicken aan de waterkant of occasioneel blowen op zondag. Twee democratische, solidaire samenlevingssystemen naast en in mekaar.
Dit artikel door Vicky Pettens verscheen eerder in Sociologie Magazine, 2019, jaargang 4. Niets missen in de sociale wetenschappen? Word abonnee van Sociologie Magazine!