Home » Artikel
Regels voor een queer feest

Naar veiliger plaatsen door ongemak

Het persoonlijke is politiek. Wie volgens non la décadence werk wil maken van diversiteitspolitiek, moet daarom ook persoonlijk worden. Over safe spaces, machtsstructuren en onderdrukkende krachten. Een uitnodiging om een relatie aan te gaan.

Ik zou je, lieve lezer, iets willen vragen. Ik hoop dat je daarvoor openstaat. Mijn naam is non, ik ben bovenal genderclown en ik ben gevraagd om aan de hand van mijn geleefde ervaringen met diversiteit een bijdrage te leveren aan dit magazine. Ik ga je enkele vragen voorleggen, omdat ik denk dat vragen veel meer betekenis hebben dan op voorhand gegeven antwoorden. Dat klinkt als een open deur, maar misschien ook niet, in een tijdschrift gevuld met vooral gegeven antwoorden, ofwel kennis.
Het is vast kennis waar je kritisch over nadenkt, die je kunt bevragen, maar we weten inmiddels allemaal dat een wetenschappelijk discours niet zo open is als het lijkt of als het zou moeten zijn. Anders hadden we niet nog pagina’s lang over diversiteit hoeven schrijven, en hadden de universiteiten van nu geen diversiteitscommissies gehad die overuren draaien en vaak vechten voor minimale resultaten. Ik wil het daarom meteen vanaf het begin anders aanpakken. Ik wil diversiteit met je DOEN.

Reflectiemoment

Ik wil daarvoor graag iets met je aangaan, via de beperkte middelen die we tot onze beschikking hebben op dit moment. We zijn nu in relatie. Ik ga me zo meteen laten zien, en dan hoop ik dat je daardoor wordt geraakt en gemotiveerd om iets bij jezelf in beweging te brengen. Je kunt elk moment stoppen. Je mag niets doen wat je niet wilt. Ik nodig je wel uit om daar waar je weerstand voelt, je af te vragen wat dat betekent, en of je echt wilt stoppen, of juist deze keer misschien wilt doorgaan, omdat het kan. Je bent veilig, jij bent de lezer, jij bent in controle.
Ik ga zo meteen een stelling inbrengen en die gebruik ik als inleiding om verder in te gaan op wie ik ben en wat ik weet van het onderwerp waarover ik gevraagd ben te schrijven. Je kunt dat rustig lezen, en ik hoop dat je me dan vergeeft voor mijn misschien wat sterk ingezette begin van dit stuk, omdat je dan leest over wie ik ben. Daarna ga ik je vragen een kort reflectiemoment in te lassen, begeleid door de vragen die ik je stel. Ik hoop echt dat je dat dan doet en niet meteen verder leest. Het is belangrijk voor me.

Diversiteit kan alleen bestaan als er verschillen mogen zijn, en verschil is nooit comfortabel. De meeste mensen zijn liever wel comfortabel en dus niet ongemakkelijk, en geneigd om verschil zoveel mogelijk weg te wuiven. Iets wat ongewoon is, is onvoorspelbaar. Met onvoorspelbaar valt moeilijk te werken. Maar het is wel spannend, en het levert ook veel – wijsheid – op!

Genderclown

Deze gedachten, maar vooral de ervaringen waar deze uit voort kwamen, brachten me bij mijn huidige lievelingsberoep: genderclown. Clowns zijn er immers om mensen te confronteren met hun ongemakken, en te laten zien hoe belachelijk ze eigenlijk zijn. Maar een clown verheft zich nooit boven de ander, want maakt vooral ook zichzelf belachelijk. Een absurd vermaak, wat laat zien dat het onderscheid tussen wat echt is en wat illusie, niet zo interessant is. Dit is een essentieel onderdeel van mijn genderidentiteit.
Tijdens mijn 'optredens' (van performance op een feest tot lesgeven tot het dagelijks leven) probeer ik geregeld de boel te saboteren, maar ik ben daar niet heel zelfverzekerd over. Ik ben ongemakkelijk tussen de mensen, en dat vind ik deels heel prettig. Het is oke om ongemakkelijk te zijn, want het is een leerzame positie.

Intieme informatie

Voorafgaand aan mijn optredens vertel ik meestal iets over mezelf, afhankelijk van de setting. Maar het is altijd een voorwaarde om aan iets publieks te beginnen, omdat ik daarna aan anderen vraag zich kwetsbaar op te stellen. Ik ga dit nu ook aan jou vragen. Omdat ik het aan jou vraag, vind ik dat ik zelf het goede voorbeeld moet geven. Hiermee zet ik de intentie van onze ontmoeting in.
 Zoals ik al schreef: mijn naam is non en ik beschouw mezelf queer. Hiermee doel ik op mijn gender: ik ben genderqueer, transgender, niet cis-gender, gender-ongemakkelijk. Maar queer zijn gaat ook over mijn seksualiteit: ik ben niet monogaam, een relatie-anarchist, en mijn seksuele aantrekkingskracht werkt zeer eigenzinnig en onvoorspelbaar. Er is dan ook niets moeilijkers en tegelijkertijd fascinerender dan seks en intimiteit, omdat ik mezelf dan voortdurend bevraag en bijna nooit zeker weet wat ik wil, hoewel ik er wel heel erg van kan genieten. Ik probeer zoveel mogelijk open te zijn voor contact, maar ik moet ook goed voor mezelf zorgen. Ten slotte is queer nog meer dan dat – niet deel willen nemen aan het heteronormatieve discours gaat over alle aspecten van het leven, dus bijvoorbeeld ook over spiritualiteit en levensbeschouwing.
Best intieme informatie, toch? Ik deel deze informatie eigenlijk alleen omdat ik anders ben. Ik heb nog nooit een cis-gendered-hetero-meneer zich op deze manier zien introduceren. Waarom zou hij, daar gaat het toch niet om?

Bij mij gaat het er wel om. En omdat ik het doe, ga ik het ook van de ander vragen. In dit geval ben jij dat, lezer. Hieronder stel ik enkele vragen die je uitnodigen te reflecteren op hoe je er nu bij zit, en op je ervaringen met betrekking tot gender.

Hoe zit je erbij?

Voel je je op je gemak? Hoe komt dat? Welke factoren zorgen ervoor dat je je nu wel/niet ontspannen bent?

Hoe zit het met je omgeving? Is die van invloed op hoe comfortabel je bent?

Wat zegt je lichaam? Is het gespannen of ontspannen? Is het open of gesloten? Heeft dit te maken met de plek waar je bent? Of met de personen die daar wel/niet zijn?

Wat is je seksuele geaardheid en wanneer ontdekte je die? Hoe was je coming out?

Wat is je gender en hoe zie ik die? Hoe zien anderen jouw gender en hoe voelt dat?

Maakte deze laatste vragen dat je gevoel van (on)gemak veranderde?

Gewelddadige taal

Ik word vaak uitgenodigd om te komen spreken, lesgeven of meedenken over diversiteit. De laatste tijd weiger ik meestal, omdat het betekent dat ik word uitgenodigd in een ruimte die voor mij onveilig is. Ik moet simpelweg mijn bestaansrecht verantwoorden, ik moet theorie onderwijzen die voor mij persoonlijk is, en in het ergste geval moet ik me verdedigen tegen gewelddadige taal, zoals: 'Maar als je zegt dat je queer bent, bevestig je toch juist de hokjesgeest?' Of: 'Maar je bent toch gewoon een vrouw?' Om die reden heb ik een Bingo-kaart gemaakt, met dat soort vragen. De Shit straight people say to queers BINGO.
Er wordt me gevraagd hoe we diverser kunnen zijn, en tegelijkertijd word ik daar persoonlijk voor verantwoordelijk gemaakt. Als ik 'nee' zeg, dan ben ik die radicale queer die niet wil praten. Als ik 'ja' zeg, ben ik degene die met antwoorden moet komen. Het is een positie die mij en mijn lichaam op het spel zet. Ik kan dat niet zomaar. Wat ik nodig heb, zijn ruimtes waar IK veilig ben. Waar ik welkom ben, onvoorwaardelijk. Waar een ander samen met mij in kwetsbaarheid verantwoordelijkheid neemt voor de ruimte. Waar we samen iets aangaan. Vooralsnog moet ik deze ruimtes zelf opeisen, moet ik deze gesprekken zelf initiëren, en moet ik veiligheid zelf organiseren.

De Shit straight people say to queers BINGO

Tussenkop: Uitnodigende regels

Openbare ruimtes voelen voor mensen die tot een genderminderheid behoren (inclusief cis-vrouwen) meestal onveilig aan, en zijn dat vaak ook. Vooral femme-lichamen kunnen voortdurend worden nageroepen, aangestaard, geseksualiseerd of mishandeld. Dat maakt dat 'wij' de vragen die ik je net stelde eigenlijk altijd met ons meedragen. Sommigen doen hier wat mee, anderen zijn zich er niet eens van bewust en voelen het pas als je ze erop wijst: veel cis-vrouwen die naar ons feest komen valt het dan pas op hoe onveilig ze zich doorgaans voelen in het uitgaansleven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een artikel op de website DJ Broadcast:

“Tijdens een Gender Bending Queer Party bij Performance Bar in Rotterdam waren niet alleen ‘safe space’ regels zichtbaar, ook werden we begroet door de organisatie die ons welkom heette en de regels nog eens uitlegde. Dat is het punt: regels hoeven niet autoritair te voelen maar kunnen – zeker voor bepaalde groepen – juist uitnodigend zijn. De organisatoren deden er alles aan om ons een fijne tijd te bezorgen, zonder enige vorm van intimidatie, op een manier die ik nooit eerder heb meegemaakt.”

Safer spaces

Praten over diversiteit, of het nu om gender, ras, of iets anders gaat, vraagt om een andere machtsstructuur. Het vraagt om een ruimte die gelijkwaardigheid als intentie heeft, een safer space, en daarvoor moet het normale worden doorbroken. Echter, op het moment dat een ruimte voor de minderheid safer wordt, worden er anderen geconfronteerd met hun privileges. Dit levert spanning op en maakt een ruimte dan niet per se safer voor iedereen: de confrontatie met eigen privileges kunnen aangaan vraagt om moed, net zoals het omgaan met ongemak dat ik eerder van je vroeg dat doet.
Beter kunnen we daarom misschien spreken van braver spaces, waarin het ongemak door alle moedige deelnemers wordt aangegaan, door degenen met zowel veel als weinig privileges.

Comfort durven opgeven

Alles is doordrenkt met normaliserende onderdrukkende krachten, overal waar we komen moet we ons hiertoe verhouden. Zij die dit niet merken, zijn of (extreem) aangepast, of vallen samen met de norm. Zij die dit wel merken, worden onderdrukt. Zij zijn ongemakkelijk, kwetsbaar, onveilig. En begrijp me niet verkeerd: er is veel verdeeldheid binnen minderheden. Het ongemak van de één is nooit hetzelfde als dat van de ander, en dat brengt conflicten met zich mee. Deze conflicten in relatie tot kwetsbaarheid onder ogen zien, is het enige wat ons in diversiteit gelijkwaardig zal kunnen doen samenleven.

Literatuur
From safe spaces to brave spaces. B. Arao & K. Clemens (2013) In: The art of effective facilitation: Reflections from social justice educators, 135-150.

Auteur: 

non la décadence