Home » Artikel

Oorlog en Vrede aan de Vlaamse IJzer

De Vlaamse IJzerbedevaart heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Afgelopen jaar werd de herdenking voor het eerst gehouden op 11 november, de datum waarop de Eerste Wereldoorlog ten einde liep.

Door Jacob Moerman

De Vlaamse IJzerbedevaart heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Afgelopen jaar werd de herdenking voor het eerst gehouden op 11 november, de datum waarop de Eerste Wereldoorlog ten einde liep.

Dit artikel is verschenen in Sociologie Magazine, nummer 1 uit 2014.
Meer lezen? Op de hoogte blijven van de laatste sociologische ontwikkelingen? Neem direct een abonnement.

België heeft slechts één rivier die uitmondt in zee: de IJzer. 78 Kilometer lang en voor tweederde stromend door België, voor het andere deel door Noord-Frankrijk. De rivier wordt gevoed door verschillende beken, waaronder de Zwijnebeek en de Heidebeek, die deels de grens tussen Frankrijk en België markeren. De IJzer verdwijnt uiteindelijk in de Noordzee bij Nieuwpoort, via het sluizencomplex dat bekend staat onder de naam Ganzenpoot.
 Het is deze rivier die in oktober 1914 het decor vormde voor de meest gewelddadige taferelen en de inleiding voor de Duitse bezetting van een groot deel van België. Na de oorlog besloot men een bedevaart in het leven te roepen om de gesneuvelde soldaten te herdenken: de IJzerbedevaart. Die bestaat nog steeds en valt onder de verantwoordelijkheid van een eigen comité. Daarnaast herinneren de IJzertoren en een IJzermuseum aan de zwarte pagina’s uit het geschiedenisboek van België.
 “Het IJzerbedevaartcomité heeft nadrukkelijk geen politieke kleur meer”, vertelt Paul De Belder (58), zittend aan een tafeltje in de IJzertoren, die nu bijna twintig jaar het onderkomen vormt van het IJzermuseum. De Belder is vanaf december 2009 de voorzitter: “Ook ik heb geen uitgesproken politieke voorkeur, maar ben politiek dakloos, zoals dat heet.”
 De nieuwe IJzertoren (de oude werd in 1946 vernietigd, tot op de dag van vandaag is onbekend door wie) is een monumentaal bouwwerk met een hoogte van 84 meter en met 22 verdiepingen. Op de vier zijden van de voet van de toren staat Nooit meer oorlog, ook in de andere talen van de belangrijkste strijdende partijen in de Eerste Wereldoorlog: Plus jamais de guerre, No more War, Nie wieder Krieg. Daarnaast zijn op de IJzertoren in kruisvorm de letters AVV/VVK te lezen, wat staat voor 'Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus', een leus die uit piëteit voor de frontsoldaten, die veelal Vlaams en katholiek waren, op het monument is blijven staan.
 De IJzertoren is onlosmakelijk verbonden met de jaarlijkse IJzerbedevaart in Diksmuide. Deze ceremonie kreeg met name in de jaren tachtig veel aandacht, toen zich iedere keer aan de voet van de toren steeds meer extreem-rechtse aanhangers uit heel Europa verzamelden. Dit veroorzaakte steevast rellen, tot schaamte en ongenoegen van veel bedevaarders. Het IJzerbedevaartcomité ondernam daarna een poging om de manifestatie terug te laten keren naar de oorspronkelijke betekenis: een herdenking van de gevallenen in de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast werd de IJzertoren ingericht als een educatief vredesmuseum. De extreem-rechtse vleugel kon zich maar moeilijk vinden in deze aanpak en protesteerde tegen de koers van het comité. In 1996 volgde de definitieve breuk. Sinds 2003 houdt de rechtervleugel een eigen jaarlijkse bijeenkomst, de IJzerwake in Steenstrate.
 
Sociologie - Nagedachtenis
 

De roerige geschiedenis van de IJzerbedevaart is voor een belangrijk deel illustratief voor de binnenlandse tegenstellingen in België. De jaarlijkse bedevaart in Diksmuide werd oorspronkelijk gehouden ter nagedachtenis aan de gesneuvelde Vlaamse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog en in 1920 voor het eerst georganiseerd door de VZW (Vereniging Zonder Winstoogmerk) Bedevaart naar de Graven aan de IJzer, beter bekend als het IJzerbedevaartcomité.
 Het evenement vloeide voort uit de idealen van de Frontbeweging, een beweging van Vlaamse intellectuelen die al tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het IJzerfront ontstond. Die was uitdrukkelijk Vlaams van karakter en verzette zich in hoofdzaak tegen het Franstalige taalbeleid van het Belgische leger. Dit beleid leverde een gebrekkige communicatie op tussen officieren en soldaten, waardoor veel jonge Vlamingen onnodig het leven lieten aan het front.
 Aanvankelijk leidden de bedevaarten naar een plaats met 'een populaire Vlaamse dode', op een van de militaire begraafplaatsen in de omgeving. Met de eerste IJzerbedevaart brachten de deelnemers hulde aan Joe English, begraven in Steenkerke, de tweede bedevaart in 1921 leidde naar het graf van de gebroeders Van Raemdonck in Steenstrate. In de Tweede Wereldoorlog werden geen massale bedevaarten georganiseerd. Er vonden wel besloten plechtigheden plaats die voor het publiek via de radio te beluisteren waren. Omdat die slechts georganiseerd konden worden met de goedkeuring van het Duitse bestuur werden de deelnemende flaminganten door velen beschouwd als collaborateurs. Deze oorlogsbedevaarten werden later door de organisatie geschrapt uit de officiële telling.
 
Sociologie - IJzerbedevaart
 
“Dat de extreem-rechtse tak zich van de IJzerbedevaart heeft afgewend, heb ik nooit erg gevonden”, geeft De Belder aan. “Sterker nog, ik voelde me destijds opgelucht. In de jaren tachtig zetten deze mensen al de avond voorafgaand van de bedevaart in de omgeving van de IJzertoren hun standjes op, waar ze de volgende dag hun boekjes en pamfletten aan de man probeerden te brengen. Die standjes zijn er nu dus gelukkig al lange tijd niet meer. De IJzertoren en de IJzerbedevaart werden vaak geassocieerd met alleen die ultrarechtse deelnemers. Van die associatie zijn we nu hopelijk verlost. Door de koerswijziging aan het begin van de jaren negentig hebben we sommige mensen van ons vervreemd, maar dat hebben we dan maar voor lief genomen. We hebben er heel duidelijk voor gekozen om de bedevaart weer een herderkingsceremonie te laten zijn.” Nu doen aan de bedevaart ieder jaar ongeveer 800 mensen mee. De Belder: “De IJzerbedevaart was het populairst in het interbellum. Op het hoogtepunt telde de manifestatie meer dan 50.000 deelnemers. Het gaat ons er nu niet meer om een zo groot mogelijke hoeveelheid mensen op de been te brengen. Als de intentie maar goed is.”
 Terwijl de IJzerbedevaart er nu in slaagt om politici uit zowel Vlaanderen als Wallonië aan zich te binden, trekt de IJzerwake vooral rechts-radicale flaminganten. Voorzitter van de IJzerwake is Wim de Wit, die in zijn toespraak van afgelopen augustus in niet mis te verstane bewoordingen uithaalde naar de kersverse koning Filip: “De monarchie is een relict uit het verleden dat best zo spoedig mogelijk wordt opgedoekt”, gaf hij daarin aan. Waar de IJzerbedevaart de link met de Eerste Wereldoorlog heeft weten te versterken, lijkt de IJzerwake vooral andere doelen na te streven. Zo nu en dan wordt de periode 1914-1918 er aan de haren bijgesleept, zo lijkt het. Wim de Wit, in het vervolg van zijn toespraak: “Omdat wij geloven in Vlaanderen, in onze kracht, onze waarden, onze taal, onze cultuur. (…) Niet de E.U.-dictatuur van vet betaalde bureaucraten, maar het oude, glansrijke Europa, dat ten offer viel in 1914, met de grote oorlog waar wij Vlamingen zo'n zware tol aan betaald hebben.”
 
Sociologie - IJzerwake
 

Aanvankelijk vond de IJzerwake het weekend voor de IJzerbedevaart plaats, maar vorig jaar stonden beide evenementen op dezelfde dag gepland. Afgelopen jaar besloot het IJzerbedevaartcomité om hun bedevaart te verplaatsen van eind augustus (de laatste zondag van die maand) naar 11 november. Daarmee wil het comité benadrukken dat de IJzerbedevaart teruggekeerd is naar de oorspronkelijke betekenis en moet worden gezien als een herdenking van de soldaten aan 'het Belgisch-Duitse front op Vlaamse grond'. Maar ook, zo moet De Belder toegeven, probeert het IJzerbedevaartcomité hiermee de IJzerwake als het ware van zich af te schudden. “Waar we nog steeds last van hebben, is dat er in de media voortdurend een vergelijking wordt getrokken tussen de beide manifestaties”, benadrukt hij. “Men probeert naar mijn inzicht twee werelden te vergelijken die eigenlijk helemaal niet met elkaar te vergelijken zijn. De IJzerwake is niets meer of minder dan een politieke meeting. Een paar jaar geleden hebben ze bijvoorbeeld Staf de Clercq in de bloemen gezet, de grootste collaborateur die Vlaanderen in de twintigste eeuw heeft gekend. We waren de voortdurende vergelijking met de IJzerwake helemaal beu. En dat heeft zeer zeker een rol gespeeld in de beslissing om onze bedevaart te verplaatsen.”
 De Belder geeft te kennen dat het IJzerbedevaartcomité zich ook wil onderscheiden van de herdenkingsceremonieën in Ieper, zoals de dagelijkse Last Post. “Naar mijn gevoel probeert men in Ieper te nadrukkelijk te focussen op de oorlog van de Britse generaals, terwijl zij nu juist degenen zijn geweest die al die jongens de dood in hebben gejaagd. Daarom hebben we de witte papaver als symbool gekozen, en dus niet de rode poppy van Ieper. Die witte papaver werd overigens ook al gebruikt door de Britse vrouwenbeweging in de jaren dertig. Ook die vond dat de rode klaproos te veel gelinkt was aan het Britse heldendom. De witte poppy staat voor ons gevoel dus meer voor de vrede en past dan ook beter bij De IJzerbedevaart.”
 Het comité richt zich niet meer op alleen de IJzerbedevaart, maar ook op het IJzermuseum en het festival Ten Vrede. Dat festival vindt eind augustus plaats, de afgelopen keer kwamen er zo’n 15.000 mensen op af. “Kim Phúc was de eregast”, geeft hij niet zonder trots aan, “het naakte meisje op de bekende foto tegen de Vietnam-oorlog.” Het festival is nadrukkelijk geen popfestival. “De programmering is veel ruimer. Er vinden ook interviews en discussies plaats. En natuurlijk, er is ook muziek.”
 De Belder hoopt in de toekomst ook Nederland meer bij het festival te kunnen betrekken. “Liesbeth List heeft al eens bij ons opgetreden. Boudewijn de Groot is verschillende keren benaderd, maar hij heeft helaas steeds geweigerd. Waarschijnlijk omdat onze organisatie ook bij hem nog steeds associaties van een ultrarechtse manifestatie oproept. Ja, er is door ons nog veel werk te verzetten.”
 Volgens De Belder staat het IJzerbedevaartcomité ook voor de ontmythologisering van de Eerste Wereldoorlog. “Een van de mythes betreft de gebroeders Van Raemdonck”, geeft hij aan. “Zij waren het leger ingegaan als vrijwilligers, zoals veel jonge Vlamingen in die tijd. Op 26 maart 1917 gingen ze samen met de Waalse korporaal Aimé Fievez op verkenningstocht, waarna ze werden neergeschoten. De gebeurtenis groeide al snel uit tot een verhaal over Vlaamse broederliefde en een symbool van de Vaalmse Beweging. Men was van mening dat de broers in elkaars armen waren gestorven.” Even later staan we samen bij de grafstenen van de gebroeders Van Raemdonck en Aimé Fievez, aan de voet van de oorspronkelijke IJzertoren. Op de toren staat te lezen: Hier Liggen Hun Lijken / Als Zaden In ’t Zand / Hoop Op De Oogst / O Vlaanderland.
 Aanvankelijk werden de gebroeders Van Raemdonck samen met Aimé Fievez begraven. In 1932 werden de stoffelijke resten van de drie gesneuvelden overgebracht naar de crypte van de IJzertoren. “De aandacht ging tijdens de IJzerbedevaart vaak alleen uit naar de gebroeders Van Raemdonck. En Aimé Fievez raakte steeds meer in de vergetelheid. We hebben daar nu verandering in aangebracht, omdat we vinden dat ook zijn dood moet worden herdacht.” De Belder: “Het zou best wel eens zo kunnen zijn dat een van de broers Van Raemdonck in de armen is gestorven van deze Waalse korporaal.”