Sire, er bestaat geen wetenschap der sociologie
Hoe wetenschappelijk is sociologie? Ook Jarl Kampen stelde zich deze vraag en bedacht een kwantitatieve methode om het wetenschappelijke gehalte van de sociologie te toetsen. Door gebruik te maken van een zoekmachine op internet, kan de kans berekend worden waarop een algemeen wetenschappelijk begrip vooral in verband met wetenschap of met sociologie wordt gebruikt. Uit het empirische resultaat blijkt dat sociologie en wetenschap een onderling geheel verschillende woordenschat hanteren.
De sociologie heeft geen sociologische theorie geproduceerd - in de zin van een verzameling empirische relaties die eenvoudige voorspellingen opleveren en die bovendien algemeen genoeg zijn om niet alleen voor éénmalig gebruik in aanmerking te komen1. De ‘crisis in de sociologie’ heeft als belangrijkste kenmerken dat theoretische en empirische onderzoeken gescheiden wegen volgen, terwijl het empirisch onderzoek is verdeeld over interpretatieve en meer positivistische benaderingen2. In dit betoog worden collectieve representaties van wetenschap en sociologie bestudeerd, met de bedoeling de hypothese te toetsen dat wetenschap en sociologie inhoudelijk en methodologisch gescheiden wegen volgen. Voor de beantwoording van de kernvraag volg ik een Durkheimiaanse benadering. Maar anders dan in Durkheims tijd zijn collectieve representaties niet langer onzichtbaar. Door de enorme technologische vooruitgang kan voor het in kaart brengen van de associatieve structuur van collectieve representaties, nu handig gebruik worden gemaakt van wetenschappelijke teksten op internet. Eenvoudiger uitgedrukt - om de hypothese te toetsen kan een ‘taalspel’ (language game) worden uitgevoerd. Een taalspel is een reeks van verbale interacties tussen agents die in een specifieke omgeving zijn gesitueerd. Concreet betekent dit dat voor elk begrip uit een lijst van begrippen die in een brede wetenschappelijke context worden gebruikt, de kansverhouding wordt berekend dat het begrip vaker in verband met wetenschap wordt gehanteerd dan in verband met sociologie. Daarbij nemen we Engels als gangbare wetenschappelijke voertaal. De lijst van (Engelse) begrippen omvat: answer, application, applied, belief, coherent, conclusion, consensus, criterion, description, diagnosis, dogma, Durkheim, evidence, explanation, faith, historic, history, hypothesis, ideology, interpretation, knowledge, logic, mathematics, method, nature, Newton, objective, paper, paradigm, persuasion, Plato, Popper, prediction, predictive, prescriptive, proof, qualitative, quantitative, question, reality, reason, religion, results, serendipity, speculation, statistics, student, subjective, test en theory. Deze lijst kan gemakkelijk met talloze andere begrippen worden uitgebreid, maar de huidige keuze zal als eye-opener ruimschoots voldoen. We kwantificeren de kans door voor elk concept, en combinaties van concepten, het aantal treffers op de zoekmachine scholar.google.com te tellen. Gebruikmakend van deze zoekmachine vinden we bijvoorbeeld 9.140.000 treffers voor science, 442.000 treffers voor sociology, 1.810.000 treffers waar method wordt gecombineerd met science, 111.000 treffers waar method wordt gecombineerd met sociology en 83.900 treffers voor de combinatie van method met zowel science als sociology. De kansverhouding O (odds ratio) die meet of het begrip method eerder in de context van science dan in die van sociology wordt gebruikt is dan:
O (method) = [(1.810.000 – 83.900)/9.140.000]/[(111.000 – 83.900)/442.000] = 3,08.
In de uiteindelijke analyse gebruiken we Yule’s Q in plaats van de odds ratio, waar Q = (O – 1)/(O + 1). Yule’s Q neemt, helemaal analoog aan Pearson’s correlatie coëfficient, waarden tussen –1 en 1 aan, waarbij de waarde –1 betekent dat het begrip uitsluitend in (de context van) de sociologie wordt gebruikt, 1 betekent dat het begrip uitsluitend in (de context van) wetenschap wordt gehanteerd, en 0 inhoudt dat het woord in gelijke verhoudingen bij sociologie en wetenschap voorkomt. De resultaten van de analyse worden in de tabel getoond. Hierbij heb ik de vrijheid genomen om de prevalentie van het gebruik van de begrippen in sociologie (sociology) en wetenschap (science) onder te brengen in negen ruime categorieën die corresponderen met de waarden van Yule’s Q.
De resultaten liegen er niet om en lijken aan te tonen dat de (hier vertaalde) begrippen wiskunde, bewijsvoering, Newton, voorspelling, voorspellend, diagnose, kwantitatief, hypothese, resultaten, coherent, test, bewijs, toegepast, interpretatie, methode, natuur, criterium, paradigma, toepassing, statistiek, beschrijving, en logica nauwelijks of geen rol in de sociologie spelen, terwijl zij in de wetenschap centraal blijken te staan. Geloof, religie, overtuiging en ideologie blijken daarentegen typische concepten binnen de sociologie, mogelijk omdat zij het onderwerp van sociologische studie vormen of omdat zij de sociologische methode zélf uitmaken. Dit laatste vereist verder onderzoek. Maar gegeven het gevonden verschil in lexicon lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat wetenschap en sociologie onverenigbare denkrichtingen behelzen. Wetenschap heeft kortom, niets uitstaande met sociologie.
Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine:
Facta nummer 1 van 2006
Wilt u dit nummer nabestellen?
Of direct een abonnement nemen?
Of dit nummer in de winkel kopen?