Home » Artikel

Socioloog wordt maatschappijleraar

Socioloog Reinout Boxman werkt als maatschappijleraar op een middelbare school in Zwolle. Wat typeert een socioloog als maatschappijleraar? ‘Je zegt niet hoe het zit, maar stelt vragen.’

Door Iris van Huis

Waarom maatschappijleraar?
‘Het interesseerde mij altijd al om leraar te worden. Ik kom uit een familie van onderwijzers. Mijn moeder, zus en opa zaten al in het onderwijs, dus dat is voor mij nooit een vreemd idee geweest. Ik ben na de havo eerst “personeel en arbeid” gaan studeren. Daar werd sociologie als vak gedoceerd door een heel enthousiaste docent. Ik heb door hem gekozen om sociologie te studeren. Tijdens de sociologiestudie bedacht ik om maatschappijleraar te worden. Ik heb de eenjarige postdoctorale studie aan de ILS in Nijmegen gedaan om mijn eerstegraads bevoegdheid te halen. Daar was ik de enige socioloog. Er waren afgestudeerden in de communicatiewetenschap, politicologie en culturele antropologie en iedereen bracht zijn eigen kennis over de maatschappij met zich mee. Dat was leuk om te merken.’

Wat was jouw toegevoegde waarde als socioloog?
‘Ik had vooral wat aan mijn kijk als sociaal-wetenschappelijk onderzoeker. Zoals je in Amsterdam de figuratiesociologie hebt, heb je in Nijmegen de verklarende sociologie en daarin word je vooral goed onderlegd in allerlei onderzoeksmethoden. Hier op school hebben we naast het vak maatschappijleer ook maatschappijwetenschappen. Leerlingen moeten daarvoor onder meer een onderzoek opzetten. Daarin kan ik veel kennis kwijt over het opstellen van een probleemstelling en hypothesen, en over validiteit, betrouwbaarheid representativiteit. Meer in het algemeen leer je dingen niet zomaar voor waar aan te nemen, maar na te denken.’

Waar ging je afstudeerscriptie over?
‘Dat was een onderzoek naar het effect van opleidingsniveau op weerstand tegen etnische minderheden. Hoe komt het dat lager opgeleiden vaker negatief staan tegenover etnische minderheden dan hoger opgeleiden? Daar probeerde ik een inhoudelijke verklaring voor te geven. Wat voor invloed heeft beroepsklasse, inkomen en wijk? Uiteindelijk bleef vooral het opleidingseffect sterk aanwezig en kwam ik tot een aantal vervolgvragen: komt het door bedreiging, door een lagere intelligentie, of doordat ze minder lang beïnvloed worden door dominante denkbeelden in de samenleving omdat ze korter onderwijs genieten?’

‘Ik wil de leerlingen vooral zelf laten nadenken’

Als maatschappijleraar houd je je bezig met burgerschapsvorming. Maak je goede burgers van je leerlingen?
‘Nou, dat doe ik natuurlijk niet, maar je leert ze over de parlementaire democratie en rechtsstaat. Op die manier leren ze omgaan met vragen en frustraties. Maatschappijleer is rond ’68 opgezet, met de Tweede Wereldoorlog net achter de rug. De bedoeling was om mensen te leren hun problemen op te lossen binnen de rechtsstaat en democratie, zodat ze zich minder snel bij extreme groeperingen aansluiten. Later kwamen daar onderwerpen bij als de verzorgingsstaat en de pluriforme samenleving. Een paar jaar geleden heette het nog de multi-culturele samenleving, maar dat kon na Fortuyn natuurlijk niet meer. Het nadeel is dat je telkens het begrip puriform moet uitleggen. Aan de andere kant biedt het de mogelijkheid om het niet alleen over migrantengroepen en hun geschiedenis te hebben, maar ook over diversiteit in religie, tussen jong en oud, mannen en vrouwen. Maar uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat Nederland diverser is geworden in etnische groeperingen, hoe dat komt en welke vragen dat oproept. Ik vind ook het bewustzijn belangrijk dat de periode in de geschiedenis bepaalt welke vraagstukken opkomen. Ten tijde van de arbeidsmigratie in de jaren zestig en zeventig kwam de vraag niet in je op hoeveel migranten kostten. Nederland had ze hard nodig om allerlei werk op te knappen.’

Is dat iets wat leerlingen hier in Zwolle bezighoudt?
‘De leerlingen houdt alles bezig wat zich in de actualiteit afspeelt, dus zeg het maar…’

…Wilders?
‘Laatst riep hij de vraag op wat allochtonen kosten, dus dat bespreken we dan, maar ik wil de les daar niet te veel door laten leiden. Ik probeer vooral kennis over te brengen, niet te veel mijn mening te laten doorschemeren en vooral leerlingen zelf laten nadenken. Ik denk dat dat wel door mijn afkomst als socioloog komt; dat je niet zegt hoe het zit, maar vragen stelt en leerlingen dingen laat uitzoeken.
Als iemand zich bijvoorbeeld afvraagt waarom een Turkse vrouw van de eerste generatie migranten slecht Nederlands spreekt, dan laat ik het de leerling uitzoeken: probeer die vraag te beantwoorden. Dan doen ze dat en leren zo’n kwestie in perspectief te plaatsen.’

Het is een gereformeerde school. Is dat van invloed op de lessen?
‘De leerlingen hebben een aparte godsdienstles en dat is echt godsdienst en geen levensbeschouwing. Daarnaast hebben ze het vak mens en religie. Dat is meer beschouwend en daar leren ze ook over andere religies. Dit is vergelijkbaar met het onderscheid maatschappijleer en maatschappijwetenschappen, het eerste is meer normatief en het tweede beschouwend. Omdat ik gereformeerd ben zie ik dingen wel vanuit een christelijke visie, maar ik leg er niet veel nadruk op. Ik laat leerlingen wel eens wetsvoorstellen zien en confronteer ze met verschillende visies. Het is van belang dat ze een liberale, sociaal-democratische, maar ook een christelijke visie van elkaar kunnen onderscheiden.’

Zou je op een andere manier lesgeven in een achterstandsbuurt in Rotterdam?
‘Ik zou het niet heel anders doen. Ook daar zou ik leerlingen laten nadenken. Het verschil is natuurlijk dat je daar geen les geeft over de pluriforme samenleving, maar aan de pluriforme samenleving. Hier moet je bij wijze van spreken uitleggen hoe een donker iemand eruit ziet. Ze komen hier uit Zalk, uit Dalfsen en uit Hasselt, allemaal kleine dorpjes. In Rotterdam kunnen ze misschien meer aan elkaar vertellen over hun achtergrond. Het zou een goede leerschool voor mij zijn.’

Iris van Huis is socioloog en redacteur van Sociologie Magazine

 

Dit artikel is eerder verschenen in Sociologie Magazine nummer 4 van 2009. U kunt het nummer hier bestellen of een abonnement nemen.