Home » Artikel
Een straatnaambord van Wall Street

Van woning tot handelswaar

Hoe kan het dat de huizenprijzen de afgelopen jaren zo fors zijn gestegen? De documentaire Push probeert het antwoord te vinden op deze vraag en laat zien dat allerlei duistere krachten een desastreuze rol hebben gespeeld.

Het kan bijna niemand zijn ontgaan dat de huizenprijzen de afgelopen jaren sterk zijn gestegen. Als verklaring hiervoor wordt doorgaans gewezen op het tekort aan woningen in Nederland. Er is, kort gezegd, te veel vraag en te weinig aanbod. In de politiek gaat de aandacht daarom vooral uit naar het oplossen van het woningtekort, zodat de betaalbaarheid van wonen verbetert. Deze focus op het woningtekort verhult echter dat er meer duistere krachten actief zijn die medeverantwoordelijk zijn voor het stijgen van de prijzen. De Zweedse filmmaker Fredrik Gertten probeert in zijn documentaire Push deze duistere krachten, aanwezig op plekken als Wall Street in New York of The City in Londen, in kaart te brengen.

De hoofdboodschap van Push is simpel. In de eeuwige jacht naar hoge rendementen hebben grote vermogenspartijen een lucratieve markt gevonden: de globale huizenmarkt. Urbanisering wereldwijd zorgt ervoor dat woonruime in steden schaars is. De grote vraag naar woningen in steden in combinatie met deze schaarste is een ideale combinatie voor kapitaal om winst te genereren.

Aan de toenemende invloed van vermogenspartijen op de huizenmarkt ligt een groeiende 'financialisering' van het economisch systeem ten grondslag. Dat wil zeggen dat steeds meer economische activiteit is gericht op het verhandelen van goederen in plaats van het produceren en verkopen van goederen of diensten. Woningen worden dus steeds meer in deze financiële sfeer getrokken, in de vorm van handelswaren.


Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine 2021, #2. Niets missen in de sociale wetenschappen? Word abonnee van Sociologie Magazine!


Globaal fenomeen

Push volgt het werk van speciaal VN-rapporteur Leilani Farha, die is aangesteld om het recht op adequate huisvesting wereldwijd te onderzoeken. Haar zoektocht richt zich ten eerste op de slachtoffers van het systeem. De verslaglegging toont op indringende wijze dat het een globaal fenomeen betreft. Zowel in westerse landen als Canada, Zweden en Spanje en niet-westerse landen als Chili en Zuid-Korea worden mensen gedwongen hun huis te verlaten, omdat de huur onbetaalbaar wordt of omdat ze simpelweg hun huis uit worden gezet. Verschillende bewonersgroepen verzetten zich heldhaftig tegen deze gedwongen verhuizingen, maar staan vaak machteloos tegenover de invloeden van het mondiale kapitaal.

Proces van verdringing

Het proces van verdringing heeft een herkenbaar patroon, in de academische literatuur bekend onder de noemer 'gentrificatie'. Dit gentrificatieproces verloopt volgens een aantal stappen. Eerst kopen investeringspartijen op grote schaal woningen op, en het grondgebied waar vaak mensen met een laag inkomen zijn gevestigd. Vervolgens laat men de boel verpauperen, terwijl tegelijkertijd de huurprijzen worden verhoogd en de waarde van de grond van stijgt. Wanneer het grootste deel van de bewoners is verjaagd, begint men met de bouw van dure woningen die aan de middenklasse en hogere klasse worden verkocht.
 Hoewel dit de 'stereotype' vorm van gentrificatie betreft, is het zeker niet de enige manier waarop het kapitaal de waarde creëert en beheert. Zo laat Push zien dat veel rijke wijken in Londen tot spookwijken zijn verworden, waar de chique huizen dienen als 'opslag' van kapitaal. Er woont niemand in deze huizen, maar door hun kenmerken en locatie is het zeker dat de prijzen niet snel zullen dalen. Ideale mogelijkheden dus voor vermogenden uit Rusland, Saudi-Arabië of andere landen om hun geld te parkeren.
 Push toont verder dat de financiële crisis van 2008 een belangrijke rol heeft gespeeld in de 'financialisering' van de huizenmarkt. Door de crisis kwamen hypotheken onder water te staan, en moesten velen noodgedwongen hun huis verkopen. Ook werd in verschillende landen de sociale huursector verder afgebouwd om financiële tekorten bij de overheden op te vangen. Dit bood voor investeringsmaatschappijen een mooie kans om woningen op te kopen voor een lage prijs. Zo toont de documentaire een interview met het hoofd Vastgoed van investeringsmaatschappij Blackstone, die trots vertelt dat zijn bedrijf sinds 2011 50.000 woningen wereldwijd heeft opgekocht. Dat is ongeveer een stad ter grootte van Dordrecht, voor één investeringsmaatschappij.

Vermogende partijen

VN-rapporteur Leilani Farha weet in haar strijd tegen de vermogende partijen een aantal belangrijke politici te mobiliseren, waaronder de burgemeesters van Barcelona, Berlijn en Londen. Inmiddels is een groot aantal steden verenigd in het initiatief www.citiesforhousing.org, dat stelt dat steden meer moeten doen om het recht op wonen te garanderen voor alle soorten bewoners. De documentaire biedt echter weinig verdieping in wat overheden kunnen doen om het recht op betaalbaar wonen te versterken en de opmars van global finance te stoppen. Er bestaan belangrijke verschillen tussen landen in hoe groot de impact van de 'financialisering' van de huizenmarkt is, wat nauwelijks aan bod komt in de documentaire.

De staat vervult vaak meerdere rollen in dit opzicht, die bovendien ook tegenstrijdig kunnen zijn. Ten eerste moet de staat er via regelgeving en beleid voor zorgen dat burgers toegang hebben tot adequate huisvesting. Een gebrek aan regelgeving, met betrekking tot bijvoorbeeld de bescherming van huurders, kan ertoe leiden dat vermogenspartijen vrij hun gang kunnen gaan. Zo kunnen arme mensen in Amerika vaak weinig ondernemen tegen gedwongen verhuizingen, omdat huurders er over het algemeen weinig rechten hebben.

Een sterke regelgeving kan er aan de andere kant voor zorgen dat huurprijzen niet te snel stijgen of dat mensen toegang hebben tot publieke huisvesting. Zo kent Nederland bijvoorbeeld traditioneel gezien een grote sociale huursector met gereguleerde huurprijzen (de maximale huur voor corporatiewoningen bedroeg maximaal €737,14 in 2020). Ook in de particuliere sector is meestal contractueel bepaald hoeveel de huur jaarlijks mag stijgen (via een indexeringsclausule). Het aandeel corporatiewoningen in de woningvoorraad daalt in Nederland al decennia, waardoor meer mensen aan de markt zijn overgeleverd.

Staatsgeleid

Ten tweede kan een 'sterke' staat juist ook als vehikel dienen voor gentrificatie, soms ook wel staatsgeleide gentrificatie genoemd. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de overheid bepaalt dat corporatiewoningen gesloopt moeten worden en dat koop- of particuliere huurwoningen moeten worden teruggebouwd door vermogende partijen. Of wanneer corporatiewoningen worden verkocht aan institutionele beleggers (bijvoorbeeld pensioenfondsen) of private verhuurders met het doel om wijken meer gemengd te maken, zodat middenklassers de kans hebben deze woning te betrekken.

Het toppunt van staatsgeleide gentrificatie in Nederland is waarschijnlijk het initiatief www.investingindutchhousing.nl geweest, van de toenmalige minister van Wonen en Rijksdienst Stef Blok. Via deze site werden buitenlandse beleggers warmgemaakt om te investeren in de Nederlandse huizenmarkt. Stef Blok ging zelfs op reis naar Azië om de Nederlandse huizenmarkt aan te prijzen bij potentiële investeerders. Inmiddels is de site omgetoverd tot www.dutchhousingpolicy.nl en heeft het een meer informatieve dan aanprijzende toon.

De staat heeft vaak dus vaak een dubbele rol. Enerzijds probeert deze de prijzen van het wonen te reguleren, terwijl anderzijds ook partijen worden gefaciliteerd die juist gebaat zijn bij hogere prijzen voor huren en kopen. Wat wel eenduidig is, is dat zonder inmenging van de staat vermogenspartijen vrij hun gang kunnen gaan.

De documentaire Push is terug te zien via www.pushthefilm.com.


Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine 2021, #2. Niets missen in de sociale wetenschappen? Word abonnee van Sociologie Magazine!


 

Auteur: 

Gijs Custers