Met blinde overtuiging
Dit najaar waren duizenden mensen dagenlang op de been om de door XR georganiseerde demonstratie, rondom de A12, kracht bij te zetten. Vooraf was door Scientist Rebellion ook aan wetenschappers gevraagd of ze wilden aansluiten bij de demonstratie. Daarbij werd expliciet gevraagd of men een toga wilde dragen, of een laboratoriumjas, zolang er maar esthetische autoriteit kon worden uitgestraald. En dus stonden er bij de demonstratie tientallen hoogleraren in toga op een podium. Spinozaprijs-hoogleraar en deelnemer Klaas Landsman stelde zelfs dat 'we in vol academisch ornaat tegen fossiele subsidies zouden moeten demonstreren', en riep actief op tot burgerlijke ongehoorzaamheid.
Maar volgens mij is demonstreren in de openbare ruimte vooral een burgerlijke en geen professionele daad. Iedere burger is vrij om gebruik te maken van het demonstratierecht. Het gaat mis wanneer burgers denken dat ze professionele privileges moeten inzetten om particuliere standpunten kracht bij te zetten. Bovendien is burgerlijke ongehoorzaamheid, zoals het concept aangeeft, een democratische daad als burger in plaats van een organisatorisch verzet als werknemer. Burgerlijke ongehoorzaamheid is 'een niet-gewelddadige en gewetensvolle wetsovertreding om publiekelijk aan te tonen dat een bepaalde wet onrechtvaardig is en deze te veranderen', zo leert socioloog Kees Schuyt ons. Echter is er bij demonstreren in toga op het formeel legitieme en aangewezen demonstratieveldje helemaal geen sprake van een wetsovertreding. Het is dus allesbehalve burgerlijk ongehoorzaam.
Het CvB van de Nijmeegse universiteit ondersteunde de oproep van Landsman niet om in toga te demonstreren. Want in toga 'matig je je een autoriteit aan op een gebied waarop je die niet automatisch hebt, in toga vertegenwoordig je de universiteit', wat op de A12 niet het geval is. Daar was Landsman het niet mee eens, want 'met een toga vertegenwoordig je niet jouw universiteit, maar de wetenschap'.
Daar heeft Landsman zowel gelijk als ongelijk. Want een academische toga is inderdaad een institutioneel symbool van een ambt, geen individueel modeaccessoire. De toga symboliseert de wetenschap, die gedragen wordt door instituties: door waarden gedreven structuren van handelen, denken, doen en laten. En 'de' wetenschap laat zich niet enkelvoudig representeren. De wetenschap spreekt namelijk nooit met één mond. Als de wetenschap iets is, is het een pluriform georganiseerde vorm van scepticisme. Iedere claim op de waarheid is een hypothese, Karl Popper indachtig. Daarom is het nogal wat aanmatigend om te denken dat wat hoogleraren 'de wetenschap' kunnen vertegenwoordigen. In ieder geval niet mijn wetenschap.
Maar het is ook niet mijn wetenschap van nuance, twijfel en niet-weten. Want kom daar bijvoorbeeld niet mee aan bij Delftse hoogleraar en demonstrant Wim Uijttewaal. Hij moet eerder 'zijn boosheid kanaliseren'. En het is ook die wetenschap die het niet doorheeft dat dit soort acties, zoals het oneigenlijke gebruik van institutionele symboliek, bijdraagt aan een verdere uitholling van dit instituut. Historicus Jos Palm laat in zijn prachtige boek Moederkerk zien dat de neergang van de katholieke kerk vooral te wijten was aan katholieken zelf die de kerk van binnenuit van al haar gezag, symboliek en waarde hebben ontdaan. Ga vooral zo door, dan dringt de historische parallel zich hier vanzelf op.
Begrijp me niet verkeerd, het gaat mij niet om die toga of baret. Het gaat me om de overtuiging die van binnenuit die wetenschap erodeert. Dus laat mij geen collega’s meer horen die klagen over de teloorgang van wetenschappelijk gezag of dat het steeds moeilijker wordt om wetenschappelijke kennis in te brengen. Daar dragen sommigen dus zelf actief aan bij. Met blinde overtuiging.
Mark van Ostaijen