Home » Column

Vroeger was het makkelijker

Columns Sociologie Magazine

Auteur: 

Onze vakgroep barst uit haar voegen. Ooit begonnen we met zijn vijven, inmiddels zijn we met vijfendertig. Heel erg leuk allemaal, al die slimme jonge collega’s die verschrikkelijk hard aan hun proefschrift werken. Maar onder oudgedienden durven we wel eens te somberen: wat moet er van al die jonge doctors worden? Een verhoudingsgewijze aangroei van het docentenkorps valt immers niet onmiddellijk te verwachten.

De econoom Gary North heeft het fenomeen bestudeerd. Het gaat om een klassiek probleem van overaanbod. Normaal doet de markt zijn werk: als een doctorstitel minder opbrengt, zullen er na verloop van tijd ook minder gegadigden zijn. Twee dingen maken hier dat het overaanbod niet vanzelf verdwijnt.

Vooreerst is er de overheid die voortdurend nieuwe doctoraatsprogramma’s subsidieert en zijn er de universiteiten en departementen die daar, tot meerdere eer en glorie van zichzelf, graag hun graantje van meepikken. Ook in de academische wereld geldt dat groter beter is. Dat merk ik zelf ook: in termen van status zit het tegenwoordig wel goed met onze vakgroep.

Maar er is ook een probleem van asymmetrische informatie. Wie als jonge doctorandus aan de slag gaat weet niet beter dan dat hij een goede zaak doet. De doctorandus was altijd de beste van de klas, was goed in papers schrijven en examen afleggen: een proefschrift maken lijkt meer van hetzelfde. De doctorandus weet, aldus North, echter niet dat die vaardigheden buiten de universiteit niet zoveel waard zijn. Hoe langer hij op de universiteit blijft hangen, hoe kleiner zijn marktwaarde.

De universiteiten worden er wél beter van. Hoe groter het aanbod van gretige doctorandi, hoe hoger ze de lat kunnen leggen. Hoe meer jonge doctors, hoe kieskeuriger ze kunnen werven. Hoe moeilijker het wordt om een vaste betrekking te vinden, des te harder je gaat werken. De wetenschap wordt er wellicht beter van, de individuele wetenschappers niet noodzakelijk.

Het wordt er wellicht niet eenvoudiger op. In het nieuwe financieringssysteem worden de Vlaamse universiteiten afgerekend op de afgeleverde proefschriften. De druk om steeds meer doctorandi aan te trekken en om die steeds sneller te laten promoveren zal alleen maar groter worden. Wat er met die mensen gebeurt als ze eens hun proefschrift af hebben, is geen zorg voor de universiteit.
Eigenlijk zou de overheid, die in belangrijke mate de oorzaak is van het overaanbod, haar verantwoordelijkheid moeten nemen. Ze kan de universiteiten verplichten om doctorandi ook vaardigheden bij te brengen waar ze iets aan hebben buiten de universiteit.

Het probleem is dat die doctorandi daar op korte termijn geen belang bij hebben. Voor hen geldt: tijd waarin je niet aan je proefschrift werkt of papers schrijft, is verloren tijd.

Elke doctorandus denkt: leuk voor die anderen dat ze een cursus kunnen volgen over hoe je een business-plan moet schrijven of kan solliciteren bij een bedrijf. Maar elke doctorandus denkt ook: voor mij hoeft dat niet, als ik maar genoeg publiceer. En zo maken ze het elkaar alleen maar moeilijker. Daar word je niet vrolijk van. Voor één keer is het echt waar: vroeger was het makkelijker.