Niet mee-etende ontbijtgenoot maakt dat we minder eten
Studentes die ontbijten in de aanwezigheid van een leeftijdgenoot die niet ontbijt, eten minder dan wanneer ze ontbijten met een leeftijdgenoot die wél ontbijt. Dat ontdekte gedragsonderzoeker Roel Hermans van het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen op basis van een onderzoek dat onlangs verscheen in the Journal of the American Dietetic Assocation.
VrouwenRegelmatig ontbijten heeft een positief effect op de gezondheid. Ontbijten is belangrijk voor een goede verdeling van energie gedurende de dag en draagt bij aan een evenwichtig voedingspatroon. Tal van interventiestudies proberen daarom een gezond ontbijt onder jongeren te stimuleren. Veel studies richten zich specifiek op ouders, terwijl de directe invloed van leeftijdgenoten wordt vergeten.Daarom onderzocht Roel Hermans of studenten zich laten beïnvloeden door het eetgedrag van een leeftijdgenoot. Zijn onderzoek was gericht op vrouwen omdat die meer zijn geïnteresseerd in wat anderen om hen eten dan mannen. Hij wilde weten of de studentes meer of minder zouden gaan eten als de ander dit ook deed. Daarnaast onderzocht hij of de mate waarin de studentes het eetgedrag kopieerden afhankelijk was van dieetintenties, de mate van honger of dagelijkse ontbijtpatronen.
Ontbijten op de campusHermans nodigde 61 studentes uit in een café op de campus van de Radboud Universiteit Nijmegen en schotelde hen een uitgebreid ontbijt voor. De studente werd na binnenkomst gekoppeld aan een leeftijdgenote die zij niet kende en die vooraf geïnstrueerd was om niets, een beetje of veel te eten van het aangeboden ontbijt.Wat bleek? De studentes gingen niet zozeer meer eten als de ander dat deed, een verschijnsel dat vaak wordt aangetoond in onderzoeken naar sociale beïnvloeding van eetgedrag, maar ze gingen juist minder eten als de ander niets at. Dit lijkt een voor de hand liggende bevinding te zijn, maar dit is het eerste onderzoek dat in plaats van een snacksituatie een vaststaande maaltijd heeft gebruikt om imitatie van eetgedrag te onderzoeken.Roel Hermans veronderstelt dat de niet-etende persoon zo'n duidelijke norm heeft gesteld door niet te eten, dat de vrouwen zich ongemakkelijk of bekeken hebben gevoeld en daarom ook geneigd waren om minder te eten. Volgens Hermans geven zijn resultaten duidelijke aanwijzingen dat leeftijdgenoten een belangrijke rol kunnen spelen in hoeveel er gegeten wordt tijdens een maaltijd. ‘Daarom denken we dat, naast ouders of andere familieleden, ook leeftijdgenoten een belangrijke rol moeten spelen in campagnes die gezond eetgedrag van jongeren willen stimuleren".
'Social modeling effects on young women's breakfast intake', Journal of the American Dietetic Association, 110(12), 1901-1905Roel Hermans, MSc, Peter Herman, PhD, Junilla Larsen, PhD, & Rutger Engels, PhD