Column

Nieuwe columnist Sociologie Magazine

​Sociologie Magazine is een nieuwe columnist rijker: Mark van Ostaijen. Hij volgt hiermee Bart van Heerikhuizen op, die om gezondheidsredenen eerder dit jaar als Sociologie Magazine-columnist moest stoppen. Hier volgt de eerste column van Mark van Ostaijen voor Sociologie Magazine, geplaatst in het vierde nummer van 2019.

Liefde in tijden van woede

Mark van Ostaijen

Uiteindelijk kan je maar één keer een eerste column schrijven. Graag baken ik daarom meteen mijn ambitie af, dan weet u wat u kan verwachten de aankomende periode. Dat is wel zo helder.
 Een column biedt een intellectuele vrijplaats, vrije denkruimte en een gevarieerd publiek om mee in gesprek te gaan. In vrijheid denken en schrijven, maar zonder vrijblijvendheid. Want, zo stelde Jean-Paul Sartre al, elke vorm van vrijheid gaat gepaard met een zekere vorm van verantwoordelijkheid. En die verantwoordelijkheid is juist nu van belang.
 Want het accepteren van deze column doe ik met op z’n minst één heldere doelstelling: Sociologie Magazine toegankelijker maken voor een breder publiek. En dus het publiek sociologische karakter nóg sterker te maken. Dat is bittere noodzaak, omdat er te goede artikelen in staan voor een te klein publiek. Juist daarom neem ik nu de pen ter hand. Om deze column als voorportaal in te zetten om sociologisch te verbeelden. Allereerst in het blad zelf, maar vooral ook daarbuiten. Daarom is er de intentie uitgesproken om de columns in Sociologie Magzine digitaal beter beschikbaar te maken, waardoor de zichtbaarheid en toegankelijkheid van Sociologie Magazine kan toenemen. En dat is nodig.
 Het afgelopen jaar heb ik het genoegen gehad om op verschillende plaatsen in Nederland te spreken over het belang van publiek sociologisch denken en vooral de toenemende afwezigheid daarvan. Keer op keer reageert de zaal geschokt als ik de diagnose schets aan de hand van de teruglopende aantallen studenten Sociologie die zich melden aan de universiteitspoorten. Als dat een indicatie is voor de sociologische toekomst, dan is die toekomst op z’n minst onzeker en fragiel. Dáárom organiseren we nu de allereerste Nacht van de Sociologie in Rotterdam, dáárom is het publieke karakter van dit tijdschrift zo van belang en dáárom ga ik deze column schrijven. Het is meer dan ooit urgent om sociologisch te verbeelden, zoals Charles Wright Mills dat zo mooi beschreef. Omdat dat bestaat uit 'het combineren van ideeën, waarvan niemand wist dat ze combineerbaar waren'. En het komt voort uit 'een speelsheid van geest alsmede een oprechte felle gedrevenheid om betekenis te geven aan de wereld'.
 Richting mijn collega’s zeg ik dus oprecht én fel: laten we spelen met gedachten en mooie combinaties maken! Theoretische bagage is er genoeg, wetenschappelijke kennis in overmaat, kortom: de inhoud is op orde. Het komt erop aan om nieuwe vormen te zoeken bij die mooie inhoud, die passen bij de huidige tijd, om nieuwe publieken te verbinden. Of het nu gaat om burnouts, #metoo, eenzaamheid of fake news, sociologisch denken hélpt. Liefst gebracht vanuit een persoonlijk perspectief, zoals Mills dat beschreef, vanuit theoretische woede én sociologische verliefdheid. Want zoals u allang weet zijn juist woede en liefde bij uitstek relationele en dus sociale verschijnselen. En we delen dus een collectieve verantwoordelijkheid om die woede en liefde aan anderen kenbaar te maken.
 Zodoende, het offensief is begonnen. Vandaag. In deze column. Bij u. Zeg het voort. Deel in liefde en woede. Over deze column. Met deze column. Maar vooral voorbij deze column.

Deze column draag ik op aan Bart van Heerikhuizen. Ik wens hem en zijn naasten vanaf deze positie oprecht alle sterkte toe die nodig is in deze periode.