Opleidingsniveau zoon blijft achter bij ouders
Uit sociologisch onderzoek naar sociale daling en stijging van Tolsma en Wolbers blijkt dat steeds minder vaak jongens hoger opgeleid worden dan hun ouders. Ouders zien graag dat hun kinderen een betere opleiding krijgen dan zijzelf, maar hebben ze zonen, dan lukt dat steeds minder vaak. Van de mannen tussen de 25 en 40 heeft ongeveer 1 op de 5 een lagere opleiding dan hun ouders. In de generaties daarvoor schommelde dat percentage rond de 10 procent.
Zo blijkt uit onderzoek van de Nijmeegse sociologen Jochem Tolsma en Maarten H.J. Wolbers, sociologen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij voerden dit onderzoek uit in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). De gegevens zijn afkomstig van de Familie-enquête Nederlandse Bevolking, een grootschalig, vijfjaarlijks, survey-onderzoek onder een representatieve groep Nederlanders.
Sociale stijgers en dalersDe RMO heeft het onderzoek uitgezet met het oog op zijn advies over Sociale stijgers en dalers dat in 2011 verschijnt. Het onderzoek geeft recente gegevens over sociale stijging en daling in Nederland aan de hand van patronen in het onderwijs, de arbeidsmarkt, de woonsituatie, culturele participatie en gezondheid. Tevens legt het onderzoek een relatie tussen deze patronen en de gevolgen daarvan voor de sociale samenhang.
Opzienbarende bevindingenDe onderzoekers spreken in hun studie van opzienbarende bevindingen. Onderzoeker Maarten Wolbers over dit onderzoek in dagblad Trouw: 'Sinds de Tweede Wereldoorlog steeg het aantal hoger opgeleiden explosief. De universiteit werd ook voor kinderen uit arbeidersmilieus bereikbaar. De eenvoudige verklaring voor de toename van sociale dalers is dan ook dat de rek eruit is: hoger dan universiteit is onmogelijk. Het plafond is bereikt.'
In het onderzoek is de sociale daling voor vrouwen niet terug te vinden. De onderzoekers vermoeden dat dat komt omdat vrouwen nog bezig zijn met een inhaalslag.
Meer informatie en de link naar het onderzoeksrapport: ru.nl