Percentage vrouwelijke hoogleraren stijgt naar 17 procent
Het percentage vrouwelijke professoren aan de Rijksuniversiteit Groningen is de afgelopen drie jaar gestegen naar 17 procent in de categorie 'gewone hoogleraren' (78 van de 456). In 2009 lag dit percentage nog op 14,5 procent. Als de categorieën 'adjunct-hoogleraar' en 'bijzonder hoogleraar' worden meegerekend, zijn er op 8 maart 2011 in totaal 114 vrouwen aan de Rijkuniversiteit Groningen verbonden die de titel professor dragen.
De Rijksuniversiteit Groningen heeft in de afgelopen jaren energiek beleid gevoerd gericht op het verhogen van het aantal en het percentage vrouwelijke hoogleraren. Daarin speelt het Rosalind Franklin Fellowship Programme een belangrijke rol. Dit programma richt zich op vrouwelijke wetenschappers die na een succesvolle start van hun wetenschappelijk carrière de ambitie hebben om volgende stappen te zetten op weg naar een volledig hoogleraaarschap. Op het ogenblik vindt in het kader van dit programma een vierde solicitatieronde plaats. De uitkomst daarvan wordt in mei dit jaar verwacht.
De RUG en het UMCG ondertekenden in 2009 het nationaal charter Talent naar de Top. Organisaties die zich achter dit charter scharen, verplichten zich om de doorstroom van vrouwen naar hoge posities actief te bevorderen. Bij de ondertekening werd het voorlopig streefcijfer van 17 procent genoemd, te bereiken voor eind 2010. Voor het jaar 2014, het jaar waarin de RUG haar 400-jarig bestaan viert, streeft de universiteit naar een percentage van 25 procent vrouwelijke hoogleraren.