Promotie: Kinderloosheid is zelden een keuze
Kinderloosheid is bijna nooit een bewuste keuze. Dat stelt promovenda Renske Keizer, verbonden aan de Universiteit Utrecht en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Keizer vond ook dat een hoge opleiding de kans op kinderloosheid vergroot, maar alleen voor vrouwen. Ze promoveert op 12 februari.
Tot dusver werd in onderzoek naar de oorzaken van kinderloosheid uitgegaan van een keuze: mensen bleven vrijwillig of onvrijwillig kinderloos. Naar schatting heeft echter slechts 10 procent van de kinderlozen bewust gekozen voor een kinderloos bestaan en is een andere 10 procent onvrijwillig kinderloos als gevolg van onvruchtbaarheid. Keizer: “Voor een overgroot deel van de kinderlozen blijkt het geen bewuste keuze. Kinderloosheid is vaak het resultaat van een dynamisch proces van gedrag en omstandigheden gedurende de levensloop.”
Verschillen tussen mannen en vrouwen De onderzoekster vond verschillende oorzaken voor het kinderloos zijn. Opmerkelijk hierin zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen. Zo vergroot een hoge opleiding de kans op kinderloosheid, maar alleen voor vrouwen. Een ononderbroken carrière is een voorwaarde voor mannen om over te gaan tot ouderschap, eenzelfde carrière vergroot juist de kans dat vrouwen kinderloos blijft. Ten slotte blijkt dat mannen die verschillende partnerrelaties hebben gehad meer kans lopen op een kinderloos bestaan, dan vrouwen die verschillende partnerrelaties hebben gehad.
Ontkrachting stereotype Naast bovenstaande bevindingen komt Keizer tot conclusies omtrent de gevolgen van kinderloosheid. Zo ontkracht ze het stereotype dat (bewust) kinderlozen individualistisch zijn: uit haar onderzoek blijkt dat kinderloze vrouwen even sterke gevoelens van verantwoordelijkheid ten opzichte van hun familie ervaren als moeders. Wel blijkt dat bij mannen het hebben van kinderen de familieverantwoordelijkheid aanwakkert. Daarnaast laat haar studie zien dat veranderingen in welbevinden door de komst van een kind te verklaren zijn aan de hand van veranderingen op het terrein van relaties en werk. Tot slot heeft Keizer gekeken naar de lange termijn invloed van kinderloosheid op het leven van mannen. Kinderloze mannen doen minder vrijwilligerswerk, werken minder uren en hebben een lager inkomen dan vaders. Daarnaast zijn kinderloze mannen, zoals de universiteit eerder al berichtte, iets gelukkiger dan vaders met thuiswonende kinderen.
Beleidsmaatregelen “Om de transitie naar moederschap te versoepelen moeten er mogelijkheden worden gecreëerd, waardoor jonge moeders eenvoudig kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door genereuze ouderschapsverloven en toegang tot goede en goedkope kinderopvang.” Dit is volgens Keizer van belang, temeer omdat er tevens uit haar onderzoek blijkt dat het verlies van de werkrol een negatieve invloed heeft op het welbevinden van jonge moeders. Beleid kan zich eveneens richten op het verkleinen van sociaaleconomische verschillen tussen kinderlozen en ouders. Waar onderzoek heeft aangetoond dat kinderloosheid gepaard gaat met gunstige sociaaleconomische posities voor vrouwen, laat Keizers proefschrift een omgekeerd patroon zien voor mannen.
Promotie Renske Keizer promoveert op 12 februari, om 14.30 uur in het Academiegbouw, Domplein 29, Utrecht. Titel dissertatie: ‘Remaining childless: Causes and consequences from a life course perspective’. Promotor is prof. dr. P.A. Dykstra.