Zestigste en laatste promotie prof. dr. Philipsen
Gerard Brouns is de zestigste en laatste promovendus die kan zeggen dat hij is gepromoveerd bij prof. dr. Hans Philipsen, hoogleraar Medische Sociologie aan de Universiteit Maastricht. Donderdag 4 maart oefende Philipsen zijn promotierecht voor de laatste keer uit. Komende zomer wordt de oud-rector 75 jaar, tien jaar geleden ging hij al formeel met emiritaat. Hij kan terugkijken op een rijke carrière binnen en buiten de UM.
De ‘jubileumpromotie’ werd voorgezeten door rector magnificus prof. mr. Gerard Mols, die ook enige woorden aan dit feit wijdde. De promotie binnen de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences had als titel “Sociaal-Psychiatrische verpleegkunde: de ontwikkeling van een verpleegkundig specialisme in het domein van de Nederlandse sociale psychiatrie”.
LevensloopHans Philipsen (1935) studeerde sociologie en antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1959 deed hij zijn doctoraalexamen. In 1968 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam bij prof.dr. A.N.J. den Hollander op ‘Afwezigheid wegens ziekte: een onderzoek naar oorzaken van verschillen in ziekteverzuim tussen 83 middelgrote bedrijven". In 1968 werd hij benoemd tot hoogleraar Methoden en Technieken van Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek aan de Rijksuniversiteit Leiden. In 1974 koos hij op inhoudelijke gronden voor een overstap naar de Medische Faculteit Maastricht, als hoogleraar Medische Sociologie.De UM vormde een uitdaging omdat er vernieuwingen zowel in het onderwijs als het onderzoek plaatsvonden. Binnen de Medische Sociologie richtte hij zich vooral op het terrein van de (thuis)zorg voor chronische patiënten en op dat van de plaats van de verpleging en het verschijnsel "care" in de gezondheidszorg, zonder overigens de theoretische studie van de gezondheidszorg als sector van de samenleving te verwaarlozen. Van 1976 tot 1980 was hij de eerste voorzitter van de Universiteitsraad en eerste verkozen lid van het College van Bestuur. In 1980 werd hij voor 3 jaar (bouw)decaan van de Faculteit der Gezondheidswetenschappen. Vanaf 1983-1990 was hij tevens belast met de opbouw van Verplegingswetenschap. Van 1993 – 1995 was hij Rector Magnificus van de UM en daarna vice-voorzitter van het College van Bestuur. De laatste twee jaar was hij naast het facultaire werk vice-rector Internationalisering.