Promotie: Rommel op straat leidt tot stelen, straatvegers tot hulpvaardigheid
De invloed van regels op ons gedrag wordt voor een belangrijk deel bepaald door de omgeving. Sporen van normovertredend gedrag, zoals graffiti en rommel op straat, werken andere regelovertredingen, zoals het negeren van verbodsborden en zelfs stelen, in de hand. Dat blijkt uit onderzoek van psycholoog Kees Keizer. Hij promoveert 14 oktober 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het onderzoek, waarvan een deel in het gezaghebbende blad Science werd gepubliceerd, laat niet alleen zien dat wanorde zich verspreidt maar dat dit ook voor orde kan gelden. Zo blijken straatvegers de hulpvaardigheid van mensen te vergroten. Het onderzoek laat tevens zien dat verbodsborden averechts kunnen werken en dat het essentieel is dat leidinggevenden zich aan regels houden.
Normovertreding leidt tot meer
Beleid dat gericht op is het terugdringen van normovertredend gedrag vertrouwt grotendeels op de afschrikkende werking van sancties. Dit is te eenzijdig: of je je aan regels houdt, blijkt voor een belangrijk deel bepaald te worden door signalen die iets zeggen over de mate waarin anderen respect hebben voor regels. Uit een serie experimenten in de openbare ruimte bleek dat het observeren van een normovertreding of sporen daarvan door anderen aanzet tot ander normovertredend gedrag. Zo verdubbelde het aantal mensen dat een envelop met geld stal als er graffiti of rommel in de omgeving was. Zo leidt één normovertreding tot een andere. Dit effect wordt nog eens versterkt als de geobserveerde normovertreders veel status hebben. Het is dus essentieel dat vooral deze groep zich aan regels houdt. Een directeur die fraudeert is een heel invloedrijke normovertreder.
Verbodsborden werken averechts
Verbodsborden worden veelal gebruikt om bekende regels extra onder de aandacht te brengen. Dit gebeurt met name vaak in een omgeving waar veel mensen zich niet aan deze regels houden. Het plaatsen van zo’n bord in een dergelijke omgeving werkt echter averechts. Het brengt de sporen van normovertredend gedrag namelijk eveneens meer onder de aandacht. Het plaatsen van een bord ‘geen rommel op straat gooien’ in een omgeving met zwerfvuil, zorgt niet alleen voor meer zwerfvuil, het zet zelfs aan tot meer ander normovertredend gedrag.
Maak gewenst gedrag zichtbaar
Wat voor wanorde geldt, geldt ook voor orde: het observeren van iemand die duidelijk respect heeft voor een norm zet aan tot ander normconformerend gedrag. Zo bleek het aantal mensen dat iemand hielp die boodschappen had laten vallen bijna te verdubbelen als zij daarvóór iemand de stoep hadden zien vegen. Het laat niet alleen zien dat één persoon een positief effect kan hebben, maar biedt tevens mogelijkheden voor beleid. Als voorbeeld noemt de onderzoeker de gemeentelijke reinigingsdienst die ’s ochtends voor dag en dauw de stad schoonmaakt. Keizer: ‘Daarmee mist zo’n veegdienst een positief effect, want er is niemand die ziet dat het werk gedaan wordt. Maak dat werk beter zichtbaar!’
SIRE-spotjes niet effectief
Niet alleen beleid maar ook campagnes kunnen veel effectiever worden vormgegeven. In de huidige campagnes laat men vaak zien dat veel mensen het foute gedrag vertonen en dat er daarom een probleem is. Denk bijvoorbeeld aan de televisiespotjes van SIRE (zoals “Aardige mensen, hoe gaan we ermee om?”, “Kort lontje”). Het onderzoek toont aan dat dit juist niet is wat je moet laten zien omdat het normovertredend gedrag in de hand werkt. Keizer: ‘Wat je wel moet laten zien is mensen die het gewenste gedrag vertonen.’Curriculum vitae
Kees Keizer (Leeuwarden, 1975) studeerde psychologie te Groningen. Hij verrichte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Sociale Psychologie van de RUG en binnen onderzoeksschool ICS. Promotores zijn prof.dr. S. Lindenberg en prof.dr. L. Steg. Keizer werkt inmiddels als UD aan de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de RUG. De titel van zijn proefschrift luidt:'The spreading of disorder'.