Grootmeesters in de sociologie
Mart-Jan de Jong pretendeert met dit boek ‘een nieuwe inleiding in het sociologische denken’ te hebben geschreven, ‘waarin recente ontwikkelingen overzichtelijk en helder worden gepresenteerd en de samenhang met het werk van de eerste grondleggers en grootmeesters van de sociologie wordt belicht.’ De lezer krijgt besprekingen van het leven en werk van elf vooraanstaande sociologen voorgeschoteld: Comte, Marx, Durkheim, Simmel, Weber, Parsons, Elias, Douglas, Berger, Bourdieu en Habermas. De pretentie om met besprekingen van de twee laatstgenoemde sociologen recente ontwikkelingen in het vak te presenteren, wordt niet waargemaakt. De Jong heeft nagelaten om aandacht te besteden aan juist die boeken van Bourdieu en Habermas waar zij reflecteren over de globalisering en afstand doen van een door veel sociologen gemaakte fout: de samenleving samen te laten vallen met de natiestaat. Het is schokkend dat De Jong niet of nauwelijks stilstaat bij de consequenties van globalisering voor de sociologie en Bourdieu’s La Misère du Monde en Habermas’ Die postnationale onstellation onbesproken laat. Deze inleiding berust voor een groot deel op samenvattingen van samenvattingen die ontleend zijn aan de secundaire literatuur, hetgeen de helderheid niet ten goede komt. Ze wordt ook nog eens ontsierd door veel te veel tikfouten.