Interview met Jaap Dronkers
Sinds 1997 maakt onderwijssocioloog Jaap Dronkers jaarlijks schoolcijferlijsten. Nu houdt hij zijn taak voor gezien: “We zijn wel erg de gevangenen geworden van de arbeidsomstandigheden waaronder we moeten werken.”
Door Thijs van Dooremalen
Dit artikel is verschenen in Sociologie Magazine, nummer 3 uit 2014.
Meer lezen? Op de hoogte blijven van de laatste sociologische ontwikkelingen? Neem direct een abonnement.
Voor de schoolcijferlijsten berekent Dronkers de zogeheten toegevoegde waarde van scholen. Die geeft aan wat een school – gegeven de sociale compositie – toevoegt aan de kennis van leerlingen. De cijferlijsten die hij hiermee samenstelt, worden in Trouw en de Volkskrant gepubliceerd en kunnen steevast rekenen op veel publiciteit. Nu hij tegen de 70 loopt, houdt Dronkers ermee op. Een opvolger heeft hij niet, tot zijn spijt.
Waarom stopt u met de cijferlijsten? Ze zijn toch een succes?
“De hits op de site waar de cijfers worden gepubliceerd, zijn inderdaad altijd zeer bevredigend. Maar ik loop tegen de 70. Dit werk veroorzaakt veel stress. Als de lijsten uitkomen, zit ik drie weken lang dag en nacht aan de mail. Er zijn ook andere redenen. Op GeenStijl ben ik ervan beschuldigd dat 'de islam' mij had omgekocht om de islamitische scholen hoge cijfers te geven. Dat werkt door in de sociale media. Dat wil ik eigenlijk weerleggen.”
“Dingen die vroeger alleen in het café werden gezegd, liggen nu breeduit op straat. Dat verhoogt het plezier niet. En er is weinig publieke steun: sinds het begin van de lijsten ben ik nog nauwelijks op het Ministerie van Onderwijs geweest, terwijl ik toch echt wel verstand van onderwijs heb. Ze vinden me te eigenwijs, maar dat lijkt mij toch typisch een kenmerk van een socioloog.”
Wat gaat er precies verloren als deze lijsten er niet meer zijn? Er zijn allerlei alternatieven: Elsevier vergelijkt jaarlijks middelbare scholen, en er is de Keuzegids Middelbare Scholen.
“Elk van deze lijsten heeft zijn eigen perspectief: ik focus vooral op de hoeveelheid kennis waarmee leerlingen van school komen, Elsevier kijkt bijvoorbeeld meer naar het gemiddelde eindexamencijfer. Ik ben erg benieuwd hoe lang Elsevier het volhoudt. Die laten het door een commercieel bureau doen en zullen daar net zo lang mee doorgaan als het ze meer oplevert dan kost. De Keuzegids wordt ook door de commercie gemaakt – die knapt het vuile werk op. En wij, sociologen, die zo prat gaan op onze maatschappelijke betrokkenheid en die het zo belangrijk vinden dat we gehoord worden, staan vanaf nu aan de zijlijn.”
Waarom heeft u geen opvolger?
“Ik ken alle onderwijssociologen en onderwijskundigen in Nederland , maar ik zou ze niet eens durven vragen om me op te volgen. Stel: iemand is gepromoveerd, en die wil een Veni-subsidie krijgen. Dan moet hij hier niet aan beginnen. Het vreet tijd, je bent zo een maand kwijt. Dat was vroeger, toen er meer middelen uit de eerste geldstroom waren, makkelijker te combineren. Bovendien mag je tegenwoordig geen vijanden meer maken, want je wordt bij die beurzen door collega’s beoordeeld.”
Dit is dus ook een bredere kritiek op het functioneren van de hedendaagse Nederlandse sociologie?
“We zijn wel erg de gevangenen geworden van de arbeidsomstandigheden waaronder we moeten werken. Anderzijds is er ook angst om naar buiten te treden. Zo van: zou je dan niet iemand stereotyperen, wordt er niet iemand slachtoffer? We zijn netter geworden. De linkse netheid hebben we ingeruild voor de burgerlijke netheid. We maken onszelf afzijdig, springen niet in gaten. Ik heb nog geen enkel aanbod gekregen van iemand die zegt: Jaap, stuur mij je bestanden, ik ga door.”
Meer informatie: www.schoolcijferlijst.nl