Het 'F-woord' onder vuur
De opkomst van Women Against Feminism leidt tot heftige debatten over de richting en noodzaak van het feminisme. Wat maakt feminisme zo onaantrekkelijk voor vrouwen?
Door Hannelore van Bavel
Afgelopen september benadrukte Harry Potter-ster Emma Watson tijdens een speech voor de Verenigde Naties het belang van feminisme. Diezelfde maand koos popster Beyoncé voor het woord Feminist als achtergrond voor haar optreden, waarin ze eigen feministische teksten (Don’t think I’m just his little wife) liet afwisselen met fragmenten uit de speech (We should all be feminists) van de Nigeriaanse Chimamanda Ngozi Adichie. Producenten prijzen hun producten steeds vaker aan met (niet altijd even geslaagde) feministische boodschappen, zoals Chanel tijdens de Fashion Week of Dove in de Campaign for Real Beauty.
Dit artikel van Hannelore van Bavel is verschenen in Sociologie Magazine, nummer 1 uit 2015. Meer lezen? Op de hoogte blijven van de laatste sociologische ontwikkelingen? Neem direct een abonnement.
De reacties op dit popfeminisme lopen uiteen. Voorstaanders betogen dat dit soort acties een effectieve manier is om iets te doen aan het reputatieprobleem van het feminisme, terwijl tegenstanders waarschuwen dat popfeminisme enkel seksuele empowerment promoot en geen aandacht heeft voor dagelijkse genderongelijkheid. Of popfeminisme goed of slecht is in de strijd voor gendergelijkheid is vooralsnog onbeslist, maar de discussie toont wél dat feminisme leeft en wordt gedragen door een jong en energetisch publiek.
Toch lijkt de blijde boodschap niet overal ingang te vinden: de vrouwenbeweging heeft al sinds haar ontstaan op kritiek kunnen rekenen en ook vandaag de dag worden haar belangen en motivaties bevraagd.
Sociologie en feminisme
Zich identificeren met het feminisme lijkt voor veel mannen en voornamelijk jonge vrouwen taboe te zijn. De terughoudendheid wordt het sterkst weerspiegeld in de Women Against Feminism-beweging op Tumblr, Facebook en Twitter. Op deze sociale media zijn foto’s te zien van vrouwen die een blad omhoog houden met daarop hun redenen om tegen feminisme te zijn. Variërend van I don’t need feminism because I love my husband tot Because I’m not a slut en het ironische I need feminism because I am so lesbian that men disgust me. Women Against Feminism ontstond als reactie op een eerdere sociale media-campagne, namelijk Who Needs Feminism, waarin vrouwen in een soortgelijk format het belang van feminisme opnieuw onder de aandacht wilden brengen.
Feministen hebben op verschillende manieren gereageerd op de Women Against Feminism-beweging, variërend van spot en parodieën tot bezorgde en neerbuigende houdingen. De vaak onlogische en absurde argumenten die de vrouwen van Women Against Feminism aanhalen, tonen dat feminisme nog steeds met een reputatieprobleem kampt. Het bestuderen van die argumenten biedt dan ook een unieke kans om na te gaan waarom bij velen het 'f-woord' taboe blijft en hoe het feminisme weer 'hip' kan worden gemaakt.
Inhoudsanalyse en feminisme
Op basis van een inhoudsanalyse heb ik de argumenten van de vrouwen van Women Against Feminism om het feminisme af te wijzen opgedeeld in vier groepen.
Een eerste groep vormen de zogeheten egalitaristen. Deze groep zou feministisch te noemen zijn, ware het niet dat de leden zich tegen het feminisme afzetten – of in ieder geval tegen de interpretatie die zij van het feminisme hebben. Hun kritiek is gericht op de veronderstelde haat tegenover mannen en het gebrek aan aandacht voor mannelijke problemen en rechten. Egalitaristen strijden voor gendergelijkheid en wijzen dominantie van vrouwen over mannen af – een streven waarvan zij feministen verdenken.
Onbewust zijn van hoe macht functioneert en hoe privileges beschermen tegen de meest uitgesproken vormen van onderdrukking, kenmerkt een tweede groep, de negationisten. Deze groep is zich niet bewust van de privileges op basis van bijvoorbeeld huidskleur, klasse en seksuele geaardheid die mensen beschermen tegen vormen van onderdrukking. Kimberlé Crenshaw’s analyse van intersectionaliteit is hier belangrijk: de vrouwen bevinden zich op de 'gender-as' in een benadeelde positie, maar kunnen op andere 'assen' wél genieten van privileges.
Negationisten ontkennen verder het bestaan van het patriarchaat en de loonkloof en houden er een te letterlijk begrip van onderdrukking op na. Onderdrukking voor hen betekent fysiek beperkt worden; de internaliseringen van sociale normen –of disciplinering, om een Foucaultiaanse term te gebruiken – wordt door hen niet in acht genomen. Zij zijn zich niet bewust van hoe bepaalde privileges – zoals etniciteit, klasse, leeftijd, schoonheid, seksuele geaardheid – hen een bevoordeelde positie opleveren. Voor een witte, heteroseksuele vrouw is het makkelijker om het feminisme niet nodig te hebben, dan voor een zwarte, homoseksuele vrouw. Bovendien vergeten negationisten dat zij het recht om een mening te uiten – bijvoorbeeld tegen het feminisme – te danken hebben aan de beweging die zij afwijzen.
Reacties van de conservatieven staan lijnrecht tegenover de feministische ideologie. Deze derde groep beweert bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen gemaakt zijn om door God bepaalde rollen te vervullen; dat het bevragen van genderrollen Gods orde verwart; dat abortus moord is; dat het gebruik van anticonceptie de vrouwelijke reproductiviteit tot een ziekte reduceert; dat verkrachting de schuld van het slachtoffer is als zij zich niet 'zedelijk' kleedt of gedraagt.
Patriarchaat en rollen
Een vierde groep, de interne critici, formuleert argumenten die ook binnen de feministische debatten erg actueel zijn. Zo zou hedendaags feminisme te academisch zijn. Dat maakt het moeilijk de verschillende – veelal tegenstrijdige – scholen en boodschappen binnen het feminisme te begrijpen.
Een vaak terugkerende kritiek is dat feminisme vrouwen wil bevrijden van het patriarchaat, maar tegelijkertijd impliciet nieuwe genderrollen creëert, die bijvoorbeeld van de vrouw verwachten dat ze haar carrière boven het gezinsleven plaatst. Feministen zouden amper begrip of respect hebben voor de keuzes van vrouwen om bijvoorbeeld thuis te blijven en voor de kinderen te zorgen. Feminisme schenkt inderdaad veel aandacht aan het toegang verkrijgen tot traditioneel mannelijke rollen, om de simpele reden dat traditioneel vrouwelijke rollen – zoals huisvrouw of moederschap – altijd toegankelijk zijn geweest voor vrouwen. Bovendien zou het oneerlijk zijn te stellen dat feministen geen waarde hechten aan traditioneel 'vrouwelijke' rollen. Feministen hebben niet alleen geijverd om deze rollen ook voor mannen toegankelijk te maken, maar ook om deze op te waarderen. Het voorstel om ouderschap betaald te maken is hier een voorbeeld van.
Andere critici stellen dat het westerse feminisme zich te veel met kleinere vormen van seksisme (zoals catcalling) en te weinig met extremere vormen van onderdrukking (zoals vrouwenbesnijdenis) bezighoudt. Sommigen klagen dat het feminisme niet voldoende aandacht heeft voor verschillen tussen vrouwen onderling. Deze kritiek werd voor het eerst geformuleerd door zwarte vrouwen die klaagden dat witte feministen hun belangen niet vertegenwoordigen, en die werd later uitgebreid om zich niet alleen op huidskleur, maar ook op klasse en seksuele oriëntatie te richten. Die kritiek wordt vandaag bijvoorbeeld door moslimvrouwen vertaald naar: I don’t need feminism because I don’t need naked women to protest against my 'oppression'.
Femen en gender
Femen is een in Oekraïne ontstane protestgroep die internationaal bekend is geworden door acties waarbij de leden hun aanklacht op hun ontbloot bovenlijf geschilderd hebben. Velen zien in de provocerende en vaak agressieve acties van Femen dan ook de bevestiging van het negatieve en man-hatende karakter van het feminisme. Feminisme kampt dus duidelijk met een reputatieprobleem, dat door eenzijdige beeldvorming in media wordt versterkt.
Deze reputatieschade wegnemen zou gemakkelijk kunnen door het meer neutrale egalitarisme of humanisme te gebruiken, om de strijd voor gendergelijkheid te benoemen. Gemakkelijker is het inderdaad, maar deze oplossing gaat wel voorbij aan de aard van genderongelijkheid. Die treft zowel mannen als vrouwen, maar belangrijk is dat de basis van discriminatie steeds van 'vrouwelijke aard' is.
Mannen ervaren seksisme als zij zich 'te vrouwelijk' gedragen. Dit komt het duidelijkst naar voren bij homoseksuelen, maar ook heteroseksuele mannen ontsnappen er niet aan. Denk maar aan de vader die thuis wil blijven voor zijn kinderen, tolerantie of zelfs spot tegenover geweld door vrouwen tegen mannen of het verlies van mannelijkheid van mannelijke verkrachtingsslachtoffers. Feminisme hoort dus feminisme te heten, omdat het een gelijke waardering voor 'vrouwelijke rollen' wil, los van het geslacht van het individu die deze rollen wenst op te nemen.
Popfeministen kunnen niet elke nuance van het feminisme vertegenwoordigen, maar slagen er wel aardig in de reputatieschade aan te pakken. In haar speech voor de Verenigde Naties roept Emma Watson op om het taboe en stereotype beeld van feminisme te doorbreken, als ze zegt: “I have realised that fighting for women’s rights has too often become synonymous with man-hating. If there is one thing I know for certain, it is that this has to stop.” Watson opent hiermee een belangrijke dialoog tussen critici en feministen.
Reflexief en kritisch
Bewegingen zoals Women Against Feminism herinneren feministen eraan dat ze nog niet alles hebben uitgekiend en zorgt ervoor dat de beweging constant reflexief en kritisch moet blijven om vooruitgang te maken. De Internationale Vrouwendag op 8 maart biedt de gelegenheid om het belang van feminisme opnieuw te benadrukken. Het is een kans om feminisme – zowel het woord als de ideologie – terug te vorderen en opnieuw te koppelen aan haar ware betekenis: het streven naar een samenleving waarin het geslacht niet bepaalt welke sociale rollen iemand kan of hoort te vervullen; een maatschappij waarin carrière of ouderschap een respectabele keuze voor zowel mannen als vrouwen is; een wereld waarin mannen en vrouwen – en iedereen die zich niet identificeert als man noch vrouw – gelijkwaardig zijn.
De kritische geluiden van Women Against Feminism doen vermoeden dat de meeste vrouwen het wel eens zijn met de boodschap van gendergelijkheid. Reputatieherstel van het feminisme moet ervoor zorgen dat meer (jonge) vrouwen, maar ook mannen zich als feminist identificeren. Niet omdat mannen de rol moeten vervullen van gentleman die de vrouw helpt in haar strijd, maar omdat ook mannen voordeel halen uit een samenleving waarin individuen, los van hun geslacht, 'mannelijke' of 'vrouwelijke' rollen kunnen opnemen, zonder daarvoor veroordeeld te worden.
Literatuur
Mapping the Margins: Intersectionality, Identity Politics and Violence Against Women of Color. Kimberlé Crenshaw en Stanford Williams (1991) In: Law Review 43(6), pp 1241-1299.
White Privilege and Male Privilege. A personal Account of Coming to See Correspondences through Work in Women’s Studies. Peggy McIntosh (1988) In: Estelle Disch (ed. 2003), pp. 70-80.
Hannelore Van Bavel is redacteur van Sociologie Magazine.