De moskee als ontmoetingsplek
De integratie van minderheden afkomstig uit moslimlanden is in Vlaanderen veelvuldig onderzocht. Religieuze groepsvorming als een van de belangrijkste vormen van sociaal-culturele, religieuze en politieke structurering en socialisering bleef echter onderbelicht. In mijn proefschrift schets ik enerzijds een beeld van het Gentse en bij benadering het Vlaamse moskeelandschap. Anderzijds ga ik na hoe de moskeeën bijdragen tot de integratie van moslims in de publieke ruimte. Door te onderzoeken hoe moslims aan belangenbehartiging doen, bekijk ik welke rol de moskeeën hebben in de emancipatie en participatie van moslimminderheden.
Naar alle moskeeën
Overeenkomstig de sociale bewegingstheorie van McAdam en Melucci, beschouwde ik moskeeën als actoren binnen een sociale beweging, gericht op belangenbehartiging. Ik koos voor een exploratieve, kwalitatieve studie van het moskeelandschap van de stad Gent. Met name de interne dynamieken in de religieuze gemeenschap en de organisatievorming bij mannen en jongeren hadden mijn belangstelling. Ook bekeek ik de wisselwerking met het politiek-ideologisch kader. Ik vertrok niet van vooropgestelde hypotheses maar ging na hoe het veld eruit ziet en welke kenmerken het heeft. Mijn data verzamelde ik aan de hand van semi-gestructureerde face-to-face interviews, mét en zonder tolk, in alle moskeeën van de stad Gent.
Ik interviewde zowat alle geledingen binnen de moskeeën: bestuursleden, imams, oudere en jongere moskeebezoekers. Een van de dingen die mij als eerste opvielen, was de diversiteit van de moskeeën in Gent. Islam blijft in Vlaanderen -ondanks een stijgend aantal bekeerlingen- hoofdzakelijk de godsdienst van ‘migranten’. De migratie van moslims loopt van de eerste golven van de arbeidsmigratie in de jaren zestig tot de huidige instroom van asielzoekers en vluchtelingen. In de vestiging van moskeeën in Gent en Vlaanderen kunnen we dan ook verschillende fasen onderscheiden.
Breuklijnen
In een eerste fase werden moskeeën opgericht door eerste generatie migranten van Turkse en Marokkaanse origine. Deze moskeeën fungeerden als gebedsruimte en ontmoetingsplaats voor de pas gearriveerde, doorgaans alleenstaande, gelovige mannen. De moskee vormde de kern van de culturele gemeenschap en de betrokkenen bleven sterk gericht op het land van herkomst. Daarom kunnen we spreken over etnische moskeeën. In de tweede fase van de moskeevestiging is er een eerste diversifiëring, voornamelijk binnen de Turkse moslimgemeenschappen, op basis van etnische en ideologische breuklijnen. Onder invloed van de ontwikkelingen in Turkije, vluchtten verschillende kopstukken van islamitische groeperingen naar Europa, waar ze afdelingen van de moedergroeperingen in Turkije oprichtten. Zo ontstonden moskeeën van Milli Görüs¸, Süleymanli of nog andere strekking.
Ze verwierven aanhang binnen de Turkse gemeenschap door op lokaal niveau te voorzien in de behoeften van de gelovige migranten, zoals gebeds- en ontmoetingsruimtes en islamonderwijs voor de kinderen. Langs Marokkaanse zijde verliep de diversifiëring van het moskeelandschap in eerste instantie langs etnische breuklijnen, waarbij Berbers en Arabisch sprekende moslims afzonderlijke moskeeën oprichtten. In de derde fase consolideren de reeds gevestigde moskeeën zich en doet een jonge, in Europa opgegroeide garde haar intrede. De tweede generatie begint zich steeds meer te roeren, maar daarachter gaat ook een ideologische breuklijn schuil. Niet zozeer ontwikkelingen in het land van herkomst, maar ontwikkelingen binnen de islamitische wereld in het algemeen, bepalen die breuklijn. In een vierde periode zien we dat moskeeën worden opgericht door nieuwe groepen moslims uit islamitische landen zoals Bosnië, Pakistan of Tsjetsjenië.
Culturele en politieke moslims
Verschillende groepen moslims hebben hun eigen strategieën voor collectieve actie. Een eerste onderscheid is gebaseerd op de plaats en betekenis die het geloof krijgt in het dagelijks leven van de moslimmigranten. Culturele moslims zijn gelovigen die de islam zien als vanzelfsprekend onderdeel van hun culturele erfenis. Men is Turk, Marokkaan, Algerijn... en dus moslim. Politieke moslims daarentegen definiëren zich in de eerste plaats als moslim, meten zich een islamitische levenswijze aan en onderscheiden en distantiëren die van de culturele tradities uit het herkomstland. Zij richten zich meer op de Belgische samenleving en willen hun godsdienstbeleving niet beperken tot de privésfeer, maar hun religieuze symbolen en eisen in de publieke ruimte kenbaar maken. Ze beschouwen geloven als meer dan het vanzelfsprekend naleven van regels; ethiek en verantwoordelijkheid vormen onderwerp van discussie. Daarmee staan ze meer open voor de buitenwereld en willen ze ook actief deelnemen aan het publieke en politieke debat. De meeste moslims kunnen we indelen bij de ‘culturele islam’, maar we zien een steeds groter wordende groep moslims die zich primair als moslim definiëren.
Het onderscheid tussen culturele en politieke moslims pakt anders uit in Marokkaanse en Turkse moskeegemeenschappen, wat gevolgen heeft voor hun mobilisatiestrategieën. De Marokkaanse politieke moslimgemeenschappen koppelen de islam los van het herkomstland. Of soms nemen ze, sterker nog, expliciet afstand van de Marokkaanse culturele islam. Turkse politieke moslims op hun beurt distantiëren zich weliswaar van de Turkse officiële islam (Diyanet) maar niet van de Turkse culturele erfenis. Hierdoor mobiliseren ze zich eerder voor doelen die specifiek ‘Turkse’ referenties bevatten, terwijl de Marokkaanse politieke moslims zich sneller mobiliseren voor globale islamitische doelen (bijvoorbeeld Palestina).
De ‘eeuwige andere’
Daarnaast leidt de verschillende migratie- en vestigingsgeschiedenis van de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen in Vlaanderen ertoe dat Turkse moslims eerder homogene gemeenschappen ontwikkelen terwijl Marokkaanse moslims lossere en diffusere netwerken opzetten.
De verenigingstructuur van de Turkse migrantenbevolking lijkt goed aan te sluiten bij de noden van haar achterban. Daardoor zoekt die achterban zelden alternatieve fora voor belangenbehartiging op -zoals de media of moskeeën specifiek gericht op de tweede generatie. Dit gebeurt wel door vooral Marokkaanse vrouwen en jongeren. Turkse en Marokkaanse moslims komen anders in de kijker. Maghrebijnse moslims worden vlugger het slachtoffer van negatieve beeldvorming. Ze zijn het zwaarst getroffen door de demonisering van islam naar aanleiding van gebeurtenissen op het wereldtoneel. De ‘Arabische moslim’ lijkt de ultieme ‘eeuwige andere’. De trigger-events van de laatste jaren vormden dan ook een concrete aanleiding voor Marokkaanse moslims om te reageren op de aanval op de Arabische Islam, om naar buiten te treden en invloed te verwerven op de politieke agenda. De negatieve beeldvorming lijkt Turkse moslims daarentegen grotendeels buiten beeld te laten. Turken zijn vaak niet aanwezig of niet zichtbaar met hun religieuze identiteit.
Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine:
Facta nummer 1 van 2008
Wilt u dit nummer nabestellen?
Of direct een abonnement nemen?
Of dit nummer in de winkel kopen?