Home » Artikel

Duurzaamheid is onderbedeeld kind in sociale wetenschappen

Duurzaamheid is een hype. Maar wat doen sociaalwetenschappers met dit thema? Rechtssocioloog Paul van Seters is hoogleraar Globalisering en Duurzame Ontwikkeling bij TiasNimbas Business School en directeur van onderzoeksinstituut Globus van de Universiteit van Tilburg. Hij doet onderzoek naar nieuwe vormen van samenwerking tussen het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. ‘De emailcampagne tegen Shell was verbluffend doeltreffend.’

Wat verstaat u zelf onder het begrip globalisering?

‘Globalisering is een essentially contested concept. Is het goed of is het slecht, zijn we voor of tegen, is het al oud of juist nieuw? Er zijn diepgaande meningsverschillen in het academische en maatschappelijke debat over wat globalisering nou precies is. Je kunt het definiëren als het vervagen en wegvallen van grenzen waardoor er een toenemende interdependentie is van alles met alles. Maar eenduidig is die definitie niet. Bij globalisering denken veel mensen, ook sociologen, in de eerste plaats aan economische processen; in de tweede plaats aan politieke processen, zoals de ontwikkeling van Europa en de rol van de VN; en in de derde plaats aan culturele processen, zoals de McDonaldisering. Mijn voornaamste conclusie is dat de aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) beïnvloed is door de opkomst van globalisering in het algemeen, en de globalisering van de zogenaamde civil society in het bijzonder.’

Brent Spar

Wat kan de ‘global civil society’ dan betekenen voor verantwoord ondernemen? ‘

De global civil society is een nieuw terrein van aandacht, met een groeiende stroom literatuur. Wat je ook onder ‘global civil society’ verstaat, er is sprake van een spectaculair toenemende rol van de internationaal opererende maatschappelijke organisaties, steeds vaker aangeduid als INGO’s. Historisch hebben MVO en duurzame ontwikkeling een andere achtergrond, maar de afgelopen twintig jaar is er sprake van een convergentie van die twee begrippen. Er zijn altijd verlichte ondernemers geweest die zich iets aantrokken van de directe effecten van hun onderneming. Maar nu is er sprake van een nieuwe macht, namelijk organisaties die opereren vanuit het maatschappelijke middenveld, die sterke invloed uitoefenen op het bedrijfsleven.

’ Het moderne MVO begon in 1995 met de Brent Spar-affaire, waarbij Shell onder protest van Greenpeace een olieplatform in de Atlantische Oceaan wilde laten afzinken.

 ‘Ja, die confrontatie is een omslagpunt geweest. Het was oorlog tussen Shell, een van de belangrijkste multinationale ondernemingen, en Greenpeace, een van de belangrijkste INGO’s. Shell heeft toen gemerkt dat ze niet meer om maatschappelijke organisaties heen kunnen en de global civil society ontdekte welke macht ze kan uitoefenen in een wereld van globalisering. Een emailcampagne -toen nog nieuwwerd ingezet bij een consumentenboycot. Die boycot was verbluffend doeltreffend. Het dwong Shell binnen de kortste keren op zijn knieën. Je kunt zeggen dat bedrijven zich vanaf toen steeds meer zijn gaan aantrekken van hun relaties, tegenwoordig vaak stakeholders genoemd. De symbolische betekenis van die affaire is enorm geweest. In het bedrijfsleven zie je steeds meer aandacht voor mondiale kwesties, zoals klimaatverandering, migratieproblematiek en kinderarbeid, en steeds meer betrokkenheid van de

Olympische Spelen

Het aantal INGO´s is in relatief korte tijd sterk gestegen. ‘In Brussel is in 1907 The Union of International Associations opgericht die onder meer INGO’s telt. In 1900 waren er zo’n tweehonderd INGO’s, zoals het Rode Kruis en de Anti-Slavery Association. In 1990 waren het er al zesduizend (waaronder bijvoorbeeld Artsen zonder Grenzen en Greenpeace). In het jaar 2000 waren er zesentwintigduizend. In die tien jaar is het aantal dus geëxplodeerd. Inmiddels wordt het aantal geschat op vijftigduizend internationaal opererende maatschappelijke organisaties. Internet biedt voor deze grote toename onder andere een verklaring. In Nederland heet Novib inmiddels Oxfam en Milieudefensie opereert onder de naam Friends of the Earth.’ Wat is het effect van die toename van INGO’s op politieke kwesties zoals de Olympische Spelen in China? ‘INGO’s zijn een belangrijke tegenmacht geworden. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) is ook een belangrijke INGO, al een heel oude. Je ziet sportclubs die het IOC onder druk proberen te zetten. Ik aarzel om te zeggen dat een bedrijfsboycot veel verschil kan maken. Het is ook de vraag of het uitmaakt of Balkenende wel of niet de ceremonie bijwoont en of het IOC zich wel of niet harder opstelt. Toch is het mijns inziens belangrijk, puur om de bewustwording. Ik vind het een goede zaak als maatschappelijke organisaties, zoals Amnesty International, zich ermee bemoeien. Als socioloog kun je zeggen: die extra aandacht hangt samen met de rol van de global civil society.’ Wat doen sociaal wetenschappers met dit thema? ‘Sociologen lopen voorop in het denken over globalisering. Denk aan Anthony Giddens, Ulrich Beck en Manuel

Radicalisering en identiteit

 Radicale rechtse en moslimjongeren vergeleken Amy-Jane Gielen De moord op Theo van Gogh zorgde voor een schokgolf in Nederland. Radicale moslims bleken ook in Nederlandse steden aanwezig te zijn. Wie zijn deze jongeren? Hoe en waarom worden zij radicaal? Onderzoekers die antwoorden proberen te vinden op vragen over radicalisering noemen diverse factoren op internationaal, sociaaleconomisch en sociaalpsychologisch niveau. Gielen richt haar aandacht op een aspect dat onderbelicht blijft: de zoektocht naar identiteit.

De vergelijking tussen radicale moslimjongeren en rechts-radicale jongeren leidt tot de conclusie dat bij beide groepen identiteit een centrale rol speelt in het radicaliseringsproces. Gielen vertaalt haar bevindingen ook naar de praktijk: wat kan de (lokale) overheid doen om radicalisering onder deze jongeren te voorkomen? Haar pleidooi voor een breed preventiemodel ondersteunt zij onder andere met evaluaties van activiteiten die in Slotervaart zijn gestart ter voorkoming van moslimradicalisering. Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2003 / 2004 een omvangrijk onderzoeksprogramma over MVO gefinancierd. Maar de invloed van internationaal maatschappelijk opererende organisaties op een thema als duurzame ontwikkeling blijft onderbelicht. Ook Anthony Giddens van de London School of Economics heeft geschreven over het belang van dit onderwerp voor de sociologie, maar het blijft toch een onderbedeeld kind.

Terwijl er onder invloed van globalisering een vergaande vermaatschappelijking plaatsvindt van het bedrijfsleven. Omgekeerd zie je dat maatschappelijke organisaties steeds meer vermarkten. Dat is voer voor organisatie- en ontwikkelingssociologen.’

 Noot Binnenkort verschijnt onder redactie van Paul van Seters en Paul Dekker van het Sociaal en Cultureel Planbureau het boek Bedrijfsleven en civil society, over de veranderde relatie tussen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.

Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine: 

Auteur: 

Marije Schoonen