Home » Artikel

De dag van de sociologie 2006

De eerste Dag van de Sociologie heeft plaatsgevonden. Op 8 juni 2006 zoemde de
Universiteit van Tilburg van sociologische activiteit. Dit gezamenlijke initiatief van de
Nederlandse Sociologische Vereniging en de Vlaamse Vereniging voor Sociologie wil tijd en plaats bieden voor ontmoeting en discussie tussen Nederlandstalige sociologen. In Facta een impressie van de baten die de eerste editie ons opleverde.

Honderd papers

De organisatiecommissie van de Dag bestond uit Ariana Need (NSV, RUN), Jos de Haan (NSV, SCP), Kurt De Wit (VVS, K.U. Leuven) en drie vertegenwoordigers van de Universiteit van Tilburg, die het evenement mede organiseerde: Matthijs Kalmijn, Wim van Oorschot en Antonie Bors. Zij zorgden ervoor dat er op de Dag zo’n honderd papers konden worden gepresenteerd, voor zo’n 170 aanwezigen, in sessies die gegroepeerd waren rond
enkele (volgens sommigen té) brede thema’s. Voorts kende het programma twee debatten over de toekomst van de sociologische tijdschriften en maatschappijleer op middelbare scholen. Onder de aanwezigen troffen we enkele ‘prominenten’ aan, maar het publiek bestond overwegend uit jonge sociologen en sociale wetenschappers.

Sociologie op school

Lieke Meijs van de Stichting Leerplan Ontwikkeling opende het debat met een lezing waarin ze de relatie tussen sociologie en maatschappijleer problematiseerde. Meijs deed onder meer de volgende aanbevelingen: modules voor maatschappijleer ontwikkelen in samenwerking met universiteiten; leerlingen naar universiteiten halen om ze te laten proeven van onderzoek; het nascholen van docenten maatschappijleer; en een vertaalslag maken zodat onderzoeksresultaten ook toegankelijk worden voor
middelbare scholieren. Het panel (zie foto) onderschreef grotendeels de stellingen van Meijs. Ultee merkte echter op dat maatschappijleer niet moet voorbereiden op een specifiek vak, maar op zichzelf interessant moet zijn. Ook Van Heerikhuizen stelde dat maatschappijleer niet bedoeld is om studenten naar sociologie te lokken, maar als een ‘zachte selectie aan de poort’ om potentiële studenten duidelijk te maken of sociologie iets voor hen is of niet. Uit de zaal kwam bovendien de opmerking dat het debat sterk gevoerd wordt in termen van ‘wat hebben we er als sociologen aan’, terwijl de opleidingen sociologie een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om docenten maatschappijleer desgewenst te ondersteunen.

Debat over sociologische tijdschriften

Giselinde Kuipers (NSV) modereerde een debat over de positie en toekomst van Nederlandstalige sociaal-wetenschappelijke tijdschriften. Vertegenwoordigers van Mens
& Maatschappij, Tijdschrift voor Sociologie, Sociologie, Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken en Tijdschrift voor Genderstudies concludeerden dat er ruimte moet zijn en ook daadwerkelijk is voor (een beperkt aantal) Nederlandstalige
sociaal-wetenschappelijke tijdschriften. Zij ontkenden de problemen niet (zoals een dalend abonneebestand en een verminderd aanbod aan kopij), maar achtten de huidige tijdschriften levensvatbaar én nodig voor de Nederlandstalige sociologie. Enkele argumenten die ter tafel kwamen: de ontwikkeling van een wetenschappelijke taal en cultuur; een forum om kennis te delen; een opstap voor jonge onderzoekers; de relevantie van het vaak nationale onderzoek voor een nationaal publiek. Vanuit het publiek kwam de suggestie om het probleem van verminderde kopij, als gevolg van het niet meetellen van Nederlandstalige publicaties in allerlei beoordelingen, aan de kaak te stellen bij alle betrokkenen. Wie mee roept dat dit een probleem is, doet zelf immers vaak ook mee in de (Engelstalige) ranking race. De redactie van Facta nam deze uitdaging aan: in een volgend nummer zal het debat geopend worden met een overzicht van beoordelingspraktijken aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten.

Winnaars

De tweejaarlijkse NSV Artikelprijs bekroont het beste artikel uit door de redacties gekozen artikels. Als winnaar kwam een artikel van Louk Hagendoorn en Paul Sniderman uit de bus (zie het kader na dit artikel en het interview met Louk Hagendoorn elders in Facta). Daarnaast kende de NSV ook de Scriptieprijs toe. Marieke van Schellen mocht de prijs (een oorkonde en 250 euro) ontvangen voor haar scriptie Criminele carrières over de levensloop. Is de militaire dienst van invloed op de levensloop van iemands criminele leven? Uit haar scriptie blijkt dat militaire dienst leidt tot een toename van crimineel gedrag. Met deze verrassende conclusie en een borrel aangeboden door de Universiteit van Tilburg werd de eerste Dag van de Sociologie afgesloten.

Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine: 

Auteur: 

Kurt De Wit