Prijzencircus
Over prestige en plezier in de sociale wetenschappen
Wie veert nog op uit zijn stoel bij zinsneden als ‘onlangs is de Bèta-onderwijsprijs ingesteld’ of ‘Nieuw! De Alberda-Scriptieprijs’? Vermoedelijk weinigen, want prijzen schieten als paddestoelen uit de grond. De socioloog James English wijdt zijn onlangs verschenen boek The Economy of Prestige: Prizes, Awards and the Circulation of Cultural Value (2005) aan dit fenomeen. Zijn betoog is gericht op kunst en de literaire wereld, maar English wijst op de grote toename van onderscheidingen en prijzen in het algemeen. Het prijzencircus gaat niet aan de ivoren toren van de wetenschap voorbij. Elk hedendaags en gerenommeerd instituut kent wel een ‘onlangs in het leven geroepen’ scriptieprijs. Tijd om hier eens bij stil te staan. Wat valt er te winnen? Wat vinden onze winnaars? En hoe schrijf je nou zo’n winnende scriptie?
Uit de vergetelheid
Scriptieprijzen bestaan er in allerlei soorten en maten. Behalve een geldbedrag wordt de winnende student vaak de belofte van publicatie van de scriptie in het vooruitzicht
gesteld. De geldprijs is gemiddeld een paar honderd euro, maar dit bedrag kan bij gulle gevers oplopen tot een paar duizend euro. Met het toenemende aantal afstudeerscripties, lijkt de behoefte tot onderscheiden evenredig toe te nemen. De uitdelende instantie heeft met een prijs een aardig promotiemiddel in handen. Er worden
prijzen uitgereikt door vakgroepen, faculteiten, universiteiten, maar ook door dagbladen en het bedrijfsleven. Zelfs via internet wordt het een en ander vergeven, zoals
via Scriptieprijs2006.nl. Prijzen zijn dikwijls voorbehouden aan afgestudeerden van een bepaalde universiteit (zoals alumni van de Universiteit van Amsterdam zowel kunnen meedingen naar de UvA-scriptieprijs als de AUV-afstudeerprijs) of een bepaalde faculteit (zoals de Universitaire Studieprijs). Daarnaast geldt vaak een minimum cijfervereiste van
een 8 of hoger. Sommige prijzen vragen om een bepaald thema. Zo is de Privacy-Scriptieprijs voorbehouden aan de meest verdienstelijke scriptie over het thema ‘Privacy’.
Bij de Scriptieprijs Wijn ligt het vereiste onderwerp eveneens in de titel besloten. Meestal ligt de achtergrond van de prijs er minder dik bovenop, bijvoorbeeld in het geval van prijzen die zijn vernoemd naar illustere of minder bekende personen, die daarmee met de prijs voor even aan de vergetelheid worden onttrokken. Communicatie op de student rust de taak om aan de hand van zijn scriptie een complex vraagstuk voor een breder publiek inzichtelijk te maken. Want naast ‘wetenschappelijkheid’, zijn ‘leesbaarheid’, ‘toegankelijkheid’ en ‘journalistieke bruikbaarheid’ de meest gehoorde criteria. Een
bevredigend eindresultaat vergt echter het een en ander, niet alleen van de kant van de student, maar ook van de docent, aldus sociaal wetenschapper Joy de Jong. Zij
deed promotieonderzoek naar de communicatie tussen student en begeleider en hoe deze van invloed is op een meer of minder efficiënt scriptieproces. De Jong:
‘Hoewel ik nauwelijks gekeken heb naar het eindproduct, gaat mijn onderzoek wel over factoren die het schrijven van een goede scriptie in de weg kunnen staan. Het
kan schorten aan benodigde kennis, vaardigheden of de juiste werkhouding. Ook kunnen er omstandigheden zijn waardoor de student niet in staat is om aan de eisen
te voldoen.’ We moeten volgens De Jong de rol van de docent niet onderschatten. ‘Begeleiders hebben de neiging snel in termen van oplossingen te denken. Maar
uit mijn onderzoeksmateriaal blijkt dat deze oplossingen niet altijd aansluiten op het probleem dat de student feitelijk heeft. De grote valkuil voor scriptiebegeleiders
die uit mijn onderzoek naar voren komt is te snel denken te weten wat er aan de hand is’, aldus De Jong. Het lastige is dat zo’n scriptieproces een paradox herbergt. De Jong: ‘Studenten worden geacht een aantal begrippen te kennen en vaardigheden te beheersen, terwijl ze nog niet helemaal uitgeleerd zijn. Studenten zijn zich bewust van het risico gediskwalificeerd te worden als ze vragen stellen. De begeleider is immers ook de beoordelaar, de ‘gatekeeper’ die de sleutel beheert naar een volwaardig lidmaatschap van de academische institutie.’
Tips
Bart van Heerikhuizen, docent sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig scriptiebegeleider van Mare Faber en Sarah Lips, winnaars van de Nationale
Scriptieprijs in respectievelijk 2001 en 2006: ‘Wij werken met twee begeleiders, de een is gatekeeper en de ander heeft meer een ondersteunende functie. Als de betrokkenen
het eens zijn over het scriptievoorstel, valt de gatekeeper er tijdelijk tussenuit en werkt de student aan een beoordeelbaar eindproduct. Bij de concepteindversie komt de gatekeeper weer om de hoek kijken.’ Het tempo waarin een scriptie afkomt blijkt telkens een groot probleem. Van Heerikhuizen: ‘Er wordt nu gemiddeld een jaar over een scriptie gedaan, terwijl er drie of vier maanden voor staat.’ Behalve het benodigde talent, is ook het thema van een scriptie volgens Van Heerikhuizen doorslaggevend om kans te maken op een prijs. ‘Juryvoorzitter Maarten van Rossem van de Nationale Scriptieprijs verwoordde het ongeveer zo: “Er dingen scripties mee over de meest
esoterische onderwerpen, vaak heel interessant en prachtig geschreven, maar die mogen we geen prijs geven”.’ Ook De Jong tipt studenten om te achterhalen wat de jury verwacht en welke criteria gehanteerd worden: ‘Uit mijn literatuuronderzoek wordt duidelijk dat die criteria enorm verschillen, zowel binnen als tussen disciplines.’ In het algemeen adviseert ze studenten om een idee te krijgen van wat zijn of haar begeleider belangrijk vindt. De Jong: ‘Daar rechtstreeks naar vragen heeft vaak niet het gewenste effect omdat begeleiders niet altijd in staat zijn om hun criteria helder en ‘operationeel’ te verwoorden.
De student kan bijvoorbeeld scripties zoeken die door die begeleider zijn goedgekeurd, liefst één met een 6 en één met een 9, om de verschillen te zien.’ Voor tijdens het
scriptieproces geeft De Jong aan zowel begeleider als student de volgende tip mee: vraag vooral goed door als je niet zeker weet of de boodschap overkomt.
And the winner is…
Overigens ontkomen ook docenten niet aan wat Van Heerikhuizen noemt ‘de toenemende festivalisering’. Van Heerikhuizen: ‘Ik was genomineerd voor de prijs van de
beste docent van de UvA. De uitreiking daarvan deed niet onder voor de uitreiking van de Oscars. Onze vier hoofden werden heel groot op een doek geprojecteerd, waarna werd verteld hoe geweldig we waren. Iemand zei achteraf heel serieus: “Als je nu solliciteert, maak je een goede kans”. Dat zou twintig jaar geleden ondenkbaar zijn. Ook een buluitreiking krijgt steeds meer gewicht. Er worden meer mensen uitgenodigd, die steeds feestelijker gekleed gaan.’ Hoogleraar privaatrecht Edgar du Perron, zelf winnaar
van de prijs voor beste docent van de UvA 2005 en jury voorzitter van de UvA-scriptieprijs 2006 over winnende scripties: ‘Een originele vraag is al heel mooi. Als er dan veel werk van is gemaakt om het goed uit te zoeken, ben je al een heel eind. En als iemand het dan ook nog mooi weet op te schrijven, dan maakt die een heel goede kans.’ Hij verbaasde zich erover dat er toch redelijk snel consensus werd bereikt. Du Perron: ‘Aan de ene kant is het moeilijk omdat het niveau erg hoog is en de scripties soms moeilijk zijn te vergelijken. Aan de andere kant beperkt de echte discussie zich vaak tot twee partijen
die net de helft van het aantal stemmen hebben.’ Du Perron attendeert verder op een merkwaardig fenomeen: ‘Het niveau van de winnende scripties ligt ver boven de
norm. Toch hebben heel weinig van die scripties een 9,5 gekregen, laat staan een 10. Met het oog op de toenemende internationale uitwisseling kan die bescheiden
beoordeling wel eens een verkeerde indruk geven. Dan is zo’n prijs weer heel handig.’
Behalve als onderscheidingsmiddel voor de buitenwacht dient zo’n scriptieprijs vooral ter aanmoediging van de student, aldus voormalig bijzonder hoogleraar ‘Feminisme en Christendom’ Catharina Halkes. Naar haar werd de Prof. dr. C. Halkes Prijs vernoemd. Als die eer je te beurt valt, is een prijs behalve voor de student volgens Halkes ook voor de vernoemde ‘een erkenning dat je werk aan de universiteit vruchtbaar is geweest’.
De prijs voor de beste scriptie op het gebied van gender, emancipatie, vrouwen of seksualiteit wordt om de twee jaar uitgereikt door het Institute for Gender Studies aan
de Radboud Universiteit te Nijmegen. Halkes: ‘Ik ben al twintig jaar met pensioen. Toch ben ik sinds het begin van de prijs in 1995 bij de uitreiking geweest, sterker nog: ik reik de prijs zelf uit. Ik zit zelf niet in de jury, maar de uitgave van de winnende scriptie lees ik altijd graag.’
Nu ons prijzencircus goed op gang gekomen is, is het wachten nog op de eerste prijscontroverse. Want prijzen ontlenen, aldus de eerder genoemde English, hun
legitimiteit aan de bereidheid van mensen om zich op te winden over hun toekenning.
NSV-scriptieprijs
(Nederlandse Sociologische Vereniging) en de
Gadourek-scriptieprijs
(Rijksuniversiteit Groningen)
Winnaar: (van beide prijzen) Marieke van Schellen in 2006, met haar scriptie Criminele carrières over de levensloop. Is de militaire dienst van invloed op de levensloop van iemands criminele leven? (Sociologie,
Rijksuniversiteit Groningen)
Prijs: € 250,- plus oorkonde (NSV); € 500,- plus oorkonde (Gadourek)
Sinds: 1986 (NSV); 1983 (Gadourek)
Bijzonderheden: de NSV-scriptieprijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan de beste scriptie geschreven aan een van de zeven Nederlandse sociologie (of sociologie-achtige) opleidingen. De Gadourek-scriptieprijs is door prof. dr. Ivan Gadourek ingesteld bij zijn afscheid in 1983. Na afloop van het studiejaar worden alle sociologiescripties met een cijfer 8 of hoger door de leden van de commissie gelezen en beoordeeld.
Jury: prof. dr. F. Leeuw, dr. G. Kuipers en dr. K. Wittebrood (NSV); R. Wielers, dr. R. Bosman, dr. H. de Vos en drs. J.K. Dijkstra (Gadourek)
Uit het juryrapport: ‘Het onderzoek waarop deze scriptie is gebaseerd is origineel van aanpak en grondig uitgevoerd. Geavanceerde statistische bewerkingen worden op een toegankelijke wijze toegelicht. Het resultaat van het onderzoek mag verrassend genoemd worden: per saldo blijkt militaire dienst te leiden tot een toename van crimineel gedrag. Deze uitkomst weerspreekt eerder (Amerikaans) onderzoek, waaruit bleek dat mensen die in dienst zijn geweest juist minder crimineel gedrag vertonen (NSV).’
Van Schellen: ‘Het winnen van de Gadourekscriptieprijs in Groningen, was de aanleiding om mijn scriptie op te sturen voor de NSVscriptieprijs. De afdeling sociologie had dat overigens gedaan zonder dat ik het wist. Ik was dan ook zeer verrast toen ik hoorde dat ik de NSV-scriptieprijs had gekregen. Voor de Gadourek-prijs hadden ze echt een middag georganiseerd met sprekers in verband met mijn
scriptieprijs. De uitreiking van de NSV-prijs was de afsluiting van de Dag van de Sociologie.’
De Nationale Scriptieprijs
(Het Parool en de Universiteit van Amsterdam
Winnaar: Manuel Aalbers in 2002, met zijn scriptie Redlining.
Een onderzoek naar uitsluiting op de Nederlandse
hypotheekmarkt (Sociologie en Planologie, Universiteit
van Amsterdam)
Prijs: € 3500,- plus een vermelding op de voorpagina van Het Parool.
Sinds: 1990
Bijzonderheden: inzendingen worden beoordeeld op wetenschappelijke kwaliteit en journalistieke
bruikbaarheid, dat wil zeggen de mate van originaliteit, spraakmakendheid en toegankelijkheid in de onderwerpkeuze en de uitwerking daarvan.
Voor wie: alle afgestudeerde studenten van Nederlandse universiteiten en hogescholen
Jury: prof. dr. L. Kuitert, drs. M. Verweij, drs. H. van Maanen (in 2002)
Uit het juryrapport: ‘Manuel Aalbers haalde met zijn scriptie de dubieuze praktijken van hypotheekbanken boven water. Banken weigeren soms, tegen alle voorschriften in, op grond van de postcode een hypotheek op een woning te verstrekken. Een gedegen werkstuk, dat een interessant
maatschappelijk probleem, vooral in Rotterdam en Amsterdam, blootlegt.’
Aalbers: ‘Ik had één scriptie geschreven voor twee studierichtingen; ik moest aan de eisen van sociologie en planologie voldoen. Wat dat betreft had ik al een voordeel. De dag na de uitreiking werd ik plat gebeld. Mijn scriptiebegeleider is na de uitreiking gaan praten met uitgeverij Het Spinhuis. Mijn boek was er denk ik niet gekomen als ik de prijs niet had gekregen. Bij sociologie op de UvA wordt veel aandacht geschonken aan schrijfstijl.
Dat is naar mijn idee een van de verklaringen voor het feit dat veel van de winnaars van de Nationale Scriptieprijs Amsterdamse sociale wetenschappers zijn (De afgelopen vijf jaar is de prijs driemaal gewonnen door een Amsterdamse socioloog of antropoloog - MS). Wat ook kan bijdragen is het feit dat in Amsterdam het onderzoek over het algemeen meer kwalitatief van aard is en daarom interessanter voor een verhaal in Het Parool.’
Johannes van der Zouwen Scriptieprijs
(Vrije Universiteit Amsterdam)
Winnaar: Daniëlle Koning in 2005, met haar scriptie Encounters of Islam and science: religious beliefs
and academic education among Muslim students in Amsterdam (Culturele Antropologie, Vrije Universiteit
Amsterdam)
Prijs: € 500,- plus oorkonde. Daarnaast wordt de winnaar uitgenodigd voor het houden van een voordracht op een facultair symposium.
Sinds: 2005
Bijzonderheden: de prijs is vernoemd naar Johannes van der Zouwen, hoogleraar Methoden en Technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek aan de VU. Bij deze prijs ligt de nadruk op de kwaliteit en de originaliteit van de ondervragingsprocedure.
Voor wie: afgestudeerden van de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de VU.
Jury: prof. dr. W. Dijkstra, prof. dr. A. F. Droogers, prof. dr. M. Veenswijk en dr. J.H. Smit (in 2005)
Uit het juryrapport: ‘Mw. Koning is in staat gebleken om unieke onderzoeksdata te verzamelen en deze op indringende en overtuigende wijze te presenteren, waardoor een prachtig uitgebalanceerd werk is ontstaan. Tevens is de jury onder de indruk van de stijl en compositie van de tekst.’
Koning: ‘Wat de jury bijzonder vond is dat ik in mijn onderzoek gebruik had gemaakt van mijn eigen religieuze achtergrond. Mijn scriptie ging over de relatie tussen religiebeleving en wetenschap bij Marokkaanse en Turkse universitaire moslimstudenten. Door mijn eigen verhaal te vertellen over de spanning tussen mijn christelijke opvoeding en mijn academische opleiding kreeg ik gemakkelijker toegang. Naar aanleiding van de scriptie heb ik een interview gedaan voor de radio en enkele lezingen gehouden bij het studentenpastoraat. Ook zijn er enkele artikelen in de maak. Maar de prijs was daarvoor niet de aanleiding. Ik had ook al een onderzoeksbaan voor de bekendmaking van het winnen van de prijs. Toch kan zo’n prijs wel helpen. Het geeft een extra sterretje op je curriculum vitae. En tijdens de uitreiking doe je nuttige contacten op.’
Universitaire studieprijs
(Radboud Universiteit Nijmegen)
Winnaar: Karijn Kats in 2005, met haar scriptie Kinderen en carrière: een kwestie van plannen? De invloed van gezinsplanning op het arbeidsmarktsucces van vrouwen (Sociologie, Radboud Universiteit Nijmegen)
Prijs: € 450,- plus oorkonde
Sinds: 2002
Bijzonderheden: van elke faculteit kan één student deze prijs krijgen.
Voor wie: afgestudeerden van de RUN.
Jury: prof. dr. H. Dekkers, prof. dr. A. Coenen, prof. dr. G. van Galen (in 2005)
Uit het juryrapport: ‘De scriptie van drs. Karijn Kats behandelt een wetenschappelijk en maatschappelijk relevant thema op het raakvlak van de sociologie van sociale ongelijkheid en sociale demografie. In haar afstudeeronderzoek heeft Kats een originele invalshoek op arbeidsmarktdeelname van vrouwen door complete levenslopen te analyseren.’
Kats: ‘Docenten dragen bij deze prijs je scriptie voor. Mijn scriptie werd verkozen voor sociologie en vervolgens voor de facultaire scriptieprijs. De uitreiking was tijdens de opening van het academisch jaar 2005/2006, dat was wel bijzonder. Vooraf hadden we een lunch met de winnaars van de verschillende faculteiten. Na afloop moesten we in een rij gaan staan en was het veel handen schudden. Ik heb de prijs op mijn curriculum vitae gezet en ik merkte duidelijk dat er tijdens mijn sollicitatiegesprekken aandacht aan werd besteed.’
Literatuur
English, James F. (2005), The Economy of Prestige. Prizes,
Awards, and the Circulation of Cultural Value. Londen: Harvard
University Press
Jong, Joy de (2006), Uitgesproken complex. Interactie tussen
scriptieschrijvers en begeleiders. Utrecht: IVLOS-reeks
Dit artikel verscheen eerder in Sociologie Magazine:
Facta nummer 3 van 2006
Wilt u dit nummer nabestellen?
Of direct een abonnement nemen?
Of dit nummer in de winkel kopen?