Zygmunt Bauman en het kwaad
Kort geleden bezocht de grote socioloog en maatschappijcriticus Zygmunt Bauman ons land. Dat is even schrikken, want hij is gewoon zijn gehoor zeer streng toe te spreken. Zijn tijdgenoten immers, leven in de Moderniteit, en dat is iets heel ergs. Bauman schreef: 'De Moderniteit is gegrondvest op genocide en heeft zich met genocide doorgezet.' Dat komt, denkt hij, door de rationaliteit, de bureaucratie, de industriële productiewijze en ook door de afstandelijkheid, die eigen zijn aan de Moderne Tijd.
Door Abram de Swaan
Daar zit iets in, en er zit ook iets anders niet in. Wie Bauman leest over de Holocaust bekruipt het vermoeden dat hij er eigenlijk niets van afweet en er lustig op los fantaseert. Hij denkt dat Eichmann een miezerig radertje was in de Nazi-machine, want Bauman heeft Hannah Arendt gelezen, en die voorstelling past in haar schema en in zijn stramien. En uiteraard vooral in Eichmanns verdediging. Maar zo was het niet. Bauman stelt zich de Holocaust voor als een gepland en soepel georganiseerd, gemechaniseerd Modern moordbedrijf. En zo was het ook al niet. Het was barbaars, chaotisch en goor. De genocidale regimes van de twintigste eeuw streefden vaak naar modernisering, maar even vaak en soms tegelijkertijd wilden ze terug naar een geïdealiseerd verleden. Vaak ging het zonder technologie en vrijwel zonder organisatie, dan maakten troepjes boerenzoons met knuppel, machete of loden pijp in drie maanden een miljoen mensen af. Bauman denkt ook dat mensen vóór het Moderne Tijdperk meer gevoel hadden voor hun medemens. Er is niets dat daar op wijst.
In Baumans werk komen nauwelijks mensen voor, of groepen, bedrijven of instellingen, maar jagen ideeën en mentaliteiten achter elkaar aan in woeste werveling. Het lijkt wel alsof de wereld uit louter woorden bestaat.
Zygmunt Bauman is de enige niet. Het wemelt van de onheils¬profeten die zich bedrinken aan hun eigen woordenstroom. Edgar Morin is zo iemand ('Er is geen teken en geen daad van civilisatie die niet tegelijkertijd ook een daad van barbarij is', zo citeert hij Walter Benjamin). Of Pierre Clastres: 'De geest van de ethnocide is het humanisme'. En nog eens Bauman: 'Genocide als creatieve destructie'. De Volkskrant zette het in de kop. Als zulke kreten iets betekenen, en ik vertrouw erop dat ze zinledig zijn, dan zijn ze blasfemisch.
Ik verzamel dat soort rariteiten, omdat ik niet goed begrijp hoe de bedenkers ermee weg komen en waarom het welgezind publiek er zo dol op is. De gemene deler luidt dat de mens (u en ik en wij allemaal) heel slecht is en leeft in een heel slechte maatschappij (daar komt het door). Ook daar zit iets in en weer is er iets anders dat er niet in zit.
Pas nog publiceerde Steven Pinker een nieuw boek, The better angels of our nature. Met als ondertitel Why violence has declined. Dat was gedurfd van Pinker, want je moet niet komen aan de krampachtig gekoesterde angsten van een goedgezind publiek. Maar wie op de hoogte is wist al dat Pinker met zijn ondertitel gelijk had. Een paar jaar geleden schreef Robert Muchembled, die heel goed weet waarover hij het heeft, een dik boek met dezelfde strekking: Une histoire de la Violence. En Norbert Elias verschafte die opvatting al veel eerder een theoretische grondslag
De filosoof Peter Singer besprak Pinkers boek en moest met kennelijke tegenzin diens gelijk erkennen. Maar, besloot Singer opgelucht: met het klimaat gaat het wel steeds slechter.
Met de sociologie ook. De citatiescore regeert, niemand leest nog Norbert Elias, weldra wordt de helft van de leerstoelen wegbezuinigd en de charlatans hebben het hoogste woord.
Ik voel me al een stuk beter.