Home » Column

En we laten corona gewoon gebeuren

-

Auteur: 

Het zijn verwarrende tijden. Op het moment van schrijven heeft het coronavirus ons land en grote delen van de wereld in zijn greep. Waarschijnlijk net als u, zit ik al tijden in de thuiswerkmodus, zijn openbare evenementen opgeschort en proberen we ons te bekwamen in het geven van onderwijs-op-afstand.

Dat is tot daar aan toe. Maar wat me écht zorgen baart is hoe we denken over dit virus. Ik zie vooral een virus dat, als maatschappelijk fenomeen, ervoor zorgt dat het openbare leven wordt ontregeld, de publieke opinie depolitiseert, sociaal kapitaal verdampt, complexiteit verhoogt en vertrouwen reduceert, sociale instituties laat wankelen en het maatschappelijk middenveld aantast. Maar het zijn vooral psychologen, neuropsychologen en psychiaters die het publieke denken domineren.

Zo mocht psychiater Witte Hoogendijk in de Volkskrant (23-03-2020) een gênant eenzijdige lofzang houden over de 'zegen van een lege agenda'. Hij kon verhalen over de 'afname van stressoren', dat een 'gezond deel van de psyche wordt aangesproken' en dat we moeten letten op de 'psychologische hygiëne tegenover collega’s'.  Enkele dagen later vertelt cultuurpsycholoog (sic!) Ruud Abma in de Volkskrant dat 'Nederlanders niet zo van de richtlijnen zijn' terwijl neuropsycholoog Elke Geraerts in NRC Handelsblad zes tips verkondigt hoe je 'veerkrachtig blijft' in deze 'psychologisch uitdagende tijden'.

Het is te wijten aan wat Charles Wright Mills 'pyschologisme' noemde, een overwaardering voor het individu als de heilige graal. Maar dat is te makkelijk. Want zoals Derrida stelde schuilen de meest elementaire zaken niet in datgene wat aanwezig, maar in wat afwezig is. Zo schitteren ook bij dit virus, een sociaal fenomeen dat meer zegt over onze vorm van samenleven dan over ons brein, publieke sociologen in afwezigheid. Het afschuiven op de ander houdt onszelf buiten schot. En dat is te makkelijk.

Want waar zijn de sociologen die ons publiekelijk tonen dat deze crisis geen virologische, neurologische of mentale, maar een sociale crisis is? Een crisis die toont hoe burgerlijke vrijheden worden aangetast, hoe dit een voorbeeld is van de risicosamenleving of dat via burgerlijke disciplinering van sociale hygiëne ineens een publiek belang is ontstaan? Ik ken uitstekende collega’s die kunnen vertellen dat sociaal-economische ongelijkheden sterker zullen toenemen. Want degenen die thuiswerken, zoals u en ik, hebben relatief weinig te vrezen, maar denk aan arbeidsmigranten die gedwongen worden te werken of anders het risico lopen werk- en dakloos te worden, daklozen die in een crisisopvang hun dagen moeten doorkomen, geïsoleerde bejaarden die de zin uit het leven is gehaald of asielzoekers die geen kant op kunnen. Zij zullen door deze crisis het meest worden getroffen. Dat is een sociale crisis. En we laten het gewoon gebeuren.

Nee, ondertussen krijgen psychiaters ruim baan om publiekelijk te reppen over wat voor effect deze crisis heeft op uw 'mentale kapitaal', uw 'stressniveau' en uw kans op een depressie. We laten psychologen allerlei mindfull-achtige onzin uitbraken en tips de wereld inslingeren volgens imperatieven als 'gij zult routine in de dag brengen' en 'gij zult niet te veel informatie tot u nemen'. En we laten het gewoon gebeuren.

Na publicatie van deze column (twee maanden na het schrijven ervan) hoop ik dat mijn woorden zijn ingehaald door de praktijk van prachtige publiek-sociologische bijdragen die de sociale en maatschappelijke dimensie van deze crisis aantonen. Maar hoogstwaarschijnlijk is dit ijdele hoop. Zodoende hebben we het gewoon laten gebeuren.