'Het is maar tien uur sporen naar Berlijn'
Auteur:
Maar nu lijken die supertreinen vast te lopen in een sociologisch moeras.
Door Bart van Heerikhuizen.
Op 28 februari 1966 droeg Ed Hoornik één van zijn mooiste verzen voor op de manifestatie Poëzie in Carré. Ik was erbij. Het gedicht heet Pogrom en hij had het geschreven in 1936. Het gaat over de opkomst van het Nationaal Socialisme, zo dicht bij Amsterdam. De dreigende slotregel luidt: 'Het is maar tien uur sporen naar Berlijn.'
Die zin schoot me te binnen toen ik in mei van dit jaar de trein nam van Amsterdam naar Berlijn. Die doet er nu zes en een half uur over. Wij noemen dat: vooruitgang.
Deze column door Bart van Heerikhuizen verscheen eerder in Sociologie Magazine 2018, jaargang 4. Niets missen in de sociologie? Word abonnee van Sociologie Magazine!
Als je het letterlijk neemt, is vooruitgang de voorwaartse beweging van een object. Spreken we over maatschappelijke vooruitgang, dan gebruiken we een metafoor. In de negentiende en twintigste eeuw was men zich sterker bewust van het metaforisch karakter van de term vooruitgang. Het tempo van sociale ontwikkelingen werd geijkt met reistijden: 'Vroeger deed je wel vijf dagen over een reis naar Parijs, maar in onze tijd is het nog maar zes uur met de trein. Wat een vooruitgang!' Ook twijfels over de zegeningen van de moderniteit werden zo geformuleerd: 'Alles gaat zo snel; we kunnen het niet meer bijbenen.'
Maar nu lijkt de reistijd zelf in het slop te raken. De huidige trein naar Berlijn is, zeker in het begin van de reis, een boemeltje. Hij stopt in een heleboel kleinere plaatsen in Nederland. Hij staat wel twintig minuten stil in Bad Bentheim, want daar moet 'de locomotief worden gewisseld'. Technisch is het mogelijk om een hoge-snelheids-lijn te bouwen waarover gestroomlijnde treinen in drie à vier uur tussen Amsterdam en Berlijn pendelen. Maar de partijen worden het niet eens.
De Thalys van Amsterdam naar Parijs doet er drie uur en twintig minuten over en dat is prachtig, maar het zou sneller kunnen als hij geen sukkeldrafje hoefde aan te houden tussen Antwerpen en Brussel. En de terroristen hebben ervoor gezorgd dat je, als je terugkeert naar Nederland, op het Gare du Nord een extra uurtje moet uittrekken voor controles op paspoorten en op mogelijke wapens.
Er is een trein die vertrekt vanaf Saint Pancras in het hartje van Londen en die vier uur later arriveert in Amsterdam. Maar houd rekening met een kleine twee uur inchecktijd in Londen. Maak je de reis in omgekeerde richting, dan moet je in Brussel een tijdrovende voettocht maken langs onvriendelijke douaniers en zwaar bewapende anti-terrorisme agenten. En als de Brexit doorgaat, duurt het allemaal nog veel langer.
De technologische innovaties die de reistijden kunnen verkorten zijn nog altijd in volle gang. De ultra-high-speed-trein, de zwevende magneet-trein, de monorail-trein in zijn vacuüm tunnel… de ingenieurs hebben nog veel pijlen op hun boog. Maar nu lijken die supertreinen vast te lopen in een sociologisch moeras. Door een funeste mengeling van separatisme, populisme en nationalisme plus de angst voor terrorisme en een forse dosis bureaucratisch formalisme worden de feitelijke reistijden langer in plaats van korter. Misschien komt er een dag dat onze kleinkinderen dromerig tegen elkaar zullen zeggen: 'Het was maar tien uur sporen naar Berlijn.'
Deze column door Bart van Heerikhuizen verscheen eerder in Sociologie Magazine 2018, jaargang 4. Niets missen in de sociologie? Word abonnee van Sociologie Magazine!