Wat je aandacht geeft groeit. Dus ik zou er hier geen aandacht aan moeten besteden. Toch weegt het belang zwaarder dan het zwijgen.
Columns
Intimidatie
Wat je aandacht geeft groeit. Dus ik zou er hier geen aandacht aan moeten besteden. Toch weegt het belang zwaarder dan het zwijgen.
Vroeg in de ochtend fietste ik naar de rafelrand van de stad. Bij aankomst parkeerde ik mijn fiets naast de witte blokkendoos. Binnen trok ik mijn witte overall, handschoenen, laarzen en haarnetje aan. Eenmaal binnen, was het er zoals altijd ijskoud. Een betonnen vloer, badkamer-witte tegels aan de muren en alles helverlicht.
Vroeg in de ochtend fietste ik naar de rafelrand van de stad. Bij aankomst parkeerde ik mijn fiets naast de witte blokkendoos. Binnen trok ik mijn witte overall, handschoenen, laarzen en haarnetje aan.
Het zijn verwarrende tijden. Op het moment van schrijven heeft het coronavirus ons land en grote delen van de wereld in zijn greep. Waarschijnlijk net als u, zit ik al tijden in de thuiswerkmodus, zijn openbare evenementen opgeschort en proberen we ons te bekwamen in het geven van onderwijs-op-afstand.
Het zijn meritocratische tijden. Zo las ik laatst The Meritocracy Trap van Daniel Markowitz en The Class Ceiling van Samuel Friedman en Daniel Laurison. Allebei intrigerende bijdragen (vooral The Class Ceiling, lees dat boek!) die op geheel eigen wijze de vloer aanvegen met het meritocratische ideaal van sociale stijging op basis van individueel talent, inzet en prestatie.
Het is wel een beetje ontluisterend. Het voorbije jaar zat ik de Academische Raad voor Internationalisering van mijn universiteit voor. Van mij wordt verwacht dat ik de internationalisering van de instelling bevorder. Maar ik slaag er zelfs niet in mijn eigen vakgroepgenoten warm te maken om een tijdje les te geven bij onze buitenlandse Erasmus- partners.
Slechts twee keer in mijn leven heb ik fanmail verstuurd. In 1954 zond ik een briefje aan Annie M. G. Schmidt te Berkel-Rodenrijs, om haar te bedanken voor de gedichten in de bundel Ik ben lekker stout en in 2004 stuurde ik een mailtje naar Bas Haring om hem te complimenteren met het programma Stof. Die reeks was echt een innovatie op de televisie.
Meesters van de sociale cohesie zijn ze. Ze weten alles van de bindingskracht van organisaties en van samenlevingen. Ze kennen de lessen van Durkheim over anomie en zelfmoord: mensen zijn als planten; geef je ze te weinig zon, dan komen ze niet tot bloei; geef je ze te veel, dan verdorren ze. Geef je te weinig water dan verdrogen ze, geef je te veel, dan verdrinken ze.
Onze vakgroep barst uit haar voegen. Ooit begonnen we met zijn vijven, inmiddels zijn we met vijfendertig. Heel erg leuk allemaal, al die slimme jonge collega’s die verschrikkelijk hard aan hun proefschrift werken. Maar onder oudgedienden durven we wel eens te somberen: wat moet er van al die jonge doctors worden?