De dynamiek van de stad vindt zijn weerslag in het karakter van de opleiding. De maatschappelijke vraagstukken die tegenwoordig worden behandeld zijn vanzelfsprekend heel andere dan die ten tijde van de oprichting in 1963.
Artikelen
Sociologiestudenten kregen van een gemeente de opdracht om de lokale cultuur te onderzoeken. De aanleiding was dat jongeren in deze gemeente niet alleen bovenmatig drinken, maar ook harddrugs waren gaan gebruiken. En er zijn veel jongeren in deze plaats, want de gezinnen zijn groot en weinigen trekken weg. Dat kan ook, want na vroegere armoede is er nu een ongekende welvaart.
Rosemary Crompton’s pas verschenen boek Employment and the Family behandelt, zoals de titel verraadt, het gebied van de arbeidssociologie en gezinssociologie - twee sociologische specialismen die volgens de auteur meestal afzonderlijk worden onderzocht. Crompton combineert ook twee methodes, de kwalitatieve en de kwantitatieve.
Als ik vroeger ziek was, moest er al heel wat aan de hand zijn voor mijn moeder met me naar de dokter ging. ‘We kijken eerst maar eens aan hoe het met die oorpijn afloopt’, zei ze dan. Met zes jonge kinderen had ze wel wat anders aan haar hoofd. Jaloers was ik op het buurmeisje dat maar een kik hoefde te geven, of haar moeder vertrok richting huisarts.
Wat maakt ons vak –de sociologie– zo boeiend? De antwoorden van de vorige gastcolumnisten brutaal samenvattend, krijgen we zoiets als: op basis van gedegen empirisch onderzoek een andere dan alledaagse kijk op de samenleving bieden. Met als ultieme doel het onzichtbare zichtbaar te maken. Heel herkenbaar.
De nalatenschap van Schuyt is ‘een vorm van diffuse en indirecte machtsuitoefening’, schrijven de hoogleraren sociologie Jan Willem Duyvendak en Godfried Engbersen samen met hun co-redacteuren in de uitgave met essays aangeboden aan de kersverse emeritus.
In 1435 schreef de Italiaanse architect Alberti in het boek De pictura deze beroemd geworden zin: ‘Om te beginnen teken ik op het vlak dat ik wil gaan beschilderen een rechthoek van willekeurige grootte, die ik beschouw als een open venster (aperta finestra).’ Wie in Florence naar fresco’s kijkt die zijn geschilderd door mannen die met de woorden van Alberti zijn opgegroeid, wordt vaak
Ik wilde in mijn promotieonderzoek aan de Universiteit Hasselt de empirische validatie van de nomadische loopbaan onderzoeken: in hoeverre is de nomadische loopbaan een realiteit dan wel fictie? Een tweede onderzoeksvraag was: wat betekent de nomadische loopbaan voor vrouwen? De dataverzameling vond plaats in de Vlaamse ICT-sector. Deze sector is niet toevallig gekozen.
Strategisch gedrag van mensen heeft mij altijd geïntrigeerd. Bij mijn sollicitatie op een Oio-plek over mensensmokkel bij het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) in Amsterdam, was ik meteen gegrepen door de vraag welke keuzes gesmokkelde migranten zelf in dit proces hebben gemaakt. Waarom hadden ze een smokkelaar nodig?